Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Aandacht voor de pissebed!

De Gewone Oprolpissebed, de Berijpte Pissebed, de Bleke Mospissebed en de zeldzame Strandoproller. Geef toe, ook u wist niet dat er in België zoveel soorten pissebedden bestaan. Voor de werkgroep Spinicornis hebben de landpissebedden in België weinig tot geen geheimen. Spinicornis is opgericht door Gert Arijs, Pepijn Boeraeve, Pallieter De Smedt en Stijn Segers. Ze vonden mekaar in de jeugdbeweging JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieu), toen ze er een pissebeddensoort ontdekten die nog nooit in België gevonden was. Zo’n 100 excursies en een mooi overzichtsboek later, licht Spinicornis toe waarom pissebedden intrigerende modelorganismen zijn én onze volle aandacht verdienen.

Berijpte Pissebed © Gert Arijs

Van water naar land

Pissebedden zijn, althans bij het grote publiek, een miskende en ongekende soort. Wat is voor jullie het meest fascinerende aspect aan een pissebed? 

“Het is enorm interessant dat zij als enige groep binnen de kreeftachtigen succesvol de overstap hebben gemaakt van water naar land. Inderdaad, de pissebedden hebben wellicht mariene voorouders. Voor hun overstap naar het land ondergingen ze een heleboel aanpassingen; ze kregen looppoten, pasten hun ademhalingssysteem aan en ontwikkelden een broedbuidel.

De vrouwtjes laten de eitjes in een broedzak onderaan hun buik uitkomen zodat de pissebedjes een voorsprong krijgen om te overleven in de grote wereld. Het feit dat pissebedden zo bekend zijn, maar dat nagenoeg niemand iets van hen af weet, boeit ons. Het is een uitdaging om hun belangrijke rol voor strooiselafbraak duidelijk te maken aan het grote publiek.”

Jullie boek, het nieuwe standaardwerk ‘De landpissebedden van België’, met determinatietabel en verspreidingskaarten, is een huzarenwerk. Heeft het boek verrassende resultaten opgeleverd?

“Eind 2014 besloten we met Spinicornis om het grondgebied van België volledig te inventariseren op pissebedden. Dat zijn enorm veel inventarisatieplekken. Sommige soorten zijn uiterst zeldzaam en enkel door zo volledig mogelijk te zijn in je inventarisatie, kan je hen opsporen. De totale inventarisatie nam meer dan 100 excursiedagen in beslag, dan volgde de determinatie en het schrijven van het boek. Voor elk van ons betekende het project een extra deeltijdse job. Wel een fijne uiteraard.

De gedetailleerde verspreidingskaartjes laten voor veel soorten mooie patronen zien. Zo is er de algemene Gewone Oprolpissebed, waarvan werd aangenomen dat de soort nagenoeg in heel België te vinden was. Tot onze verbazing vonden we deze oprolpissebed op geen enkele plek in de Ardennen en ook in de Kempen bleek ze een stuk zeldzamer. Blijkbaar heeft de Gewone Oprolpissebed het moeilijk met bodems waar weinig kalk in zit. Die patronen wetenschappelijk ontrafelen, dat is één van onze drijfveren.”

Modelorganismen voor bodemfauna

Welke wetenschappelijke vraagstellingen staan centraal voor jullie? In welke mate zegt de aanwezigheid van 36 gekende soorten pissebedden in België iets over onze biodiversiteit?

“In de eerste plaats onderzochten we welke soorten waar in België voorkomen. Op basis van soortenlijsten uit Frankrijk en Duitsland gingen we er terecht van uit dat er veel meer soorten in België te vinden waren dan aanvankelijk gedacht. We kunnen nu stellen dat we in België vrijwel alle soorten ontdekt hebben.

Onze inventarisatie heeft de Nederlandse landpissebeddenwerkgroep ertoe aangezet op zoek te gaan naar nieuwe soorten, met succes. Ons opzoekingswerk leverde ook een nieuwe soort op voor Engeland, een land met een lange traditie op het vlak van pissebeddenonderzoek. Nu we bepaalde verspreidingspatronen ontdekken, stellen we ons de vraag waarom de ene soort hier ontbreekt en de andere daar. We proberen de natuurlijke habitatvoorkeur te bepalen.

Landpissebedden zijn een kleine soortgroep, maar ze zijn een indicatie van de kwaliteit van hun en ons leefgebied. Zo kan je aan de hand van de pissebeddenfauna inschatten hoe oud en waardevol een bos is.”

Willen jullie vooral bij het grote publiek een lans breken voor pissebedden of eerder op wetenschappelijk vlak een internationale bijdrage leveren?

“We proberen als werkgroep heel consequent in te zetten op beide. Het is fijn om voor een breed publiek te spreken over het nut van pissebedden. Daarom is ook ons boek ‘De landpissebedden van België’ zo toegankelijk mogelijk geschreven.

Anderzijds houden we eraan om onze inventarissen en gegevensverzameling zo gestandaardiseerd en wetenschappelijk mogelijk te laten verlopen. We gebruiken de data trouwens in internationale publicaties want pissebedden zijn fantastische modelorganismen voor bodemfauna op wereldschaal.”

Landpissebedden zijn een kleine soortgroep, maar ze zijn een indicatie van de kwaliteit van hun en ons leefgebied. Zo kan je aan de hand van de pissebeddenfauna inschatten hoe oud en waardevol een bos is.

Pallieter De Smedt, Spinicornis

De pissebed en zijn habitat

Hoe en in welke mate kunnen burgers nu, na publicatie van het boek, nog een bijdrage leveren aan Spinicornis? 

“Burgers kunnen ons assisteren in onze kennis over de verspreiding van pissebedden. Zo zijn er soorten die specifiek in een menselijke omgeving voorkomen, waardoor inventariseren voor ons moeilijker is. De Berijpte Pissebed kan je nagenoeg enkel in composthopen vinden. Verder leven een aantal soorten hier op de rand van hun Europese verspreiding.

Met het veranderende klimaat verwachten we dat deze soorten hun territorium zullen uitbreiden of net inkrimpen. Een goede opvolging is m.a.w. heel interessant. We proberen vrijwilligers zo goed mogelijk te ondersteunen met uitleg, duidelijk beeldmateriaal en controle van hun determinaties op basis van foto’s.”

Waarom opteren jullie voor het bestaande kanaal waarnemingen.be?

“We hebben een fijne samenwerking met waarnemingen.be. Een eigen database opstarten zou onnodig en dubbel werk geweest zijn. Wij controleren trouwens zeer veel pissebeddenwaarnemingen met foto’s via deze site. Die waarnemingen zijn in onze atlas opgenomen, zo creëren we een win-winsituatie. Openheid van data is cruciaal voor Spinicornis.”

Integreren jullie ook educatieve projecten en waarnemingen of excursies in schoolverband in jullie werking? 

“Pissebedden zijn dankbare diertjes voor schoolkinderen. Voor de kleintjes zijn het beestjes die makkelijk te vinden zijn, die niet snel weglopen en die in een potje bekeken kunnen worden. Oudere kinderen kunnen met pissebedden in biologielessen aan de slag. 

Pissebedden reageren heel constant op omgevingsfactoren als vocht en temperatuur. Ideaal om biologische en ecologische begrippen te bestuderen. We proberen vooral veel materiaal aan te reiken aan scholen, jeugdbewegingen etc. Zoals een simpele zoekkaart voor de soorten of tekstjes in lokale tijdschriften. Pissebedden zijn ideaal om jonge kinderen in contact te brengen met natuur.”

Enthousiast en gedreven

Wat zijn jullie ervaringen met citizen science en met jullie eigen inventarisatiewerk? 

“Onze voornaamste conclusie is dat het niet baat om veel druk te zetten op deelnemers. Je kan ambitieuze doelen stellen, maar ze moeten haalbaar zijn. Communicatie en goede coördinatie zijn cruciaal. Regelmatige vergaderingen in losse sfeer zorgden er in ons geval voor dat iedereen mee was in het globale verhaal.

Een goede verdeling van taken op basis van expertise maakt dat je je project efficiënt kan afwerken. De uiteindelijke sleutel is finaal wel enthousiasme en gedrevenheid. We kwamen pas laat in contact met Scivil, maar delen graag onze ervaringen met andere citizen-scienceprojecten.”

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

page-square2--black Created with Sketch.