Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Citizen Science in het museum

Citizen science wint steeds meer aan bekendheid in de maatschappij. Ook musea zien mogelijkheden en interessante samenwerkingen in citizen science. Het Gents Universiteitsmuseum (GUM) werkte voor de huidige tentoonstelling ‘Phallus. Norm & Vorm’ samen met prof. Dr. Piet Hoebeke, uroloog en gewoon hoogleraar urologie aan UGent.  Een bezoek aan de tentoonstelling ‘What a genderful world’ in Amsterdam diende als inspiratie voor zijn eigen onderzoek in samenwerking met het GUM. In een duo-interview bevroegen we Piet Hoebeke samen met Marjan Doom, directeur van het GUM, over de opstelling binnen ‘Phallus’ en de mogelijkheden van citizen science binnen musea.

GUM

In ‘Phallus’ verkenden jullie voor de eerste keer de mogelijkheden van citizen science binnen het GUM. Wat is de visie van het museum op citizen science? Waarom krijgt het een plaats in het museum? 

Marjan Doom: Als universiteitsmuseum zijn we een mediator tussen wetenschap en de samenleving. We vertalen wetenschappelijk onderzoek en in hoofdzaak het proces dat aan het resultaat vooraf gaat naar de maatschappij. We behandelen vragen als ‘wat is wetenschappelijk onderzoek?’, ‘hoe gaat het juist in zijn werk?’ en ‘wat speelt in het hoofd van de wetenschapper?’. Dat doen we niet zomaar door middel van een passieve kennisoverdracht. Meer dan ooit gaat het om de bezoeker een immersieve beleving te bieden. Citizen science als onderzoeksmethodiek toont niet alleen hoe wetenschappelijk onderzoek werkt, het maakt ook participatie in dat wetenschappelijke proces mogelijk, en verhoogt aldus het inzicht in dat proces en scherpt het wetenschappelijk denken van onze bezoekers aan. Wat één van de voornaamste doelstellingen van het GUM is. Burgerwetenschap in musea is dus een mooie methodiek om burgers te betrekken bij je onderzoek en meteen ook terug te koppelen naar de maatschappij.

Burgerwetenschap in musea is dus een mooie methodiek om burgers te betrekken bij je onderzoek en meteen ook terug te koppelen naar de maatschappij.

Marjan Doom

De huidige expo ‘Phallus’ bevat dus een citizen science opstelling in het kader van jouw onderzoek, Piet. Wat houdt het onderzoek juist in?

Piet Hoebeke: Het onderzoek is vertrokken vanuit de idee dat vandaag de dag meer en meer jongeren zich buiten de klassieke hokjes van genderidentiteit bevinden. Met de medewerking van bezoekers willen we daar substantiële data over vergaren die de start kunnen zijn voor verder onderzoek. Er hebben ondertussen al 5000 bezoekers bijgedragen aan de dataverzameling. De expo loopt nog tot april dus dat aantal blijft nog oplopen.

Dat zijn al heel wat bezoekers die reeds bijgedragen hebben. Wat doen ze juist in het verloop van de expo?

Piet Hoebeke: In de expo bevindt zich een donker ingeklede ruimte, waarin bezoekers een vragenlijst op een scherm zien. De bezoekers kiezen zelf of ze die al dan niet invullen. Daarnaast wordt ook in gesprek gegaan met bezoekers over het thema genderidentiteit. De bezoekers weten vooraf niet dat de opstelling in de expo zit. De donkere kamer en het onaangekondigde ervan wekt een zekere curiositeit op bij de bezoekers. Vanuit die nieuwsgierigheid willen we ze betrekken bij het onderzoek en ze er zelf over laten nadenken.

Marjan Doom: Je merkt bij bezoekers, zeker in groepsverband zoals klasbezoeken, wel wat terughoudendheid als ze de vragenlijst in de donkere kamer zien. Al snel verandert die terughoudendheid in open gesprekken. Dat is ook een belangrijke doelstelling van de expo, namelijk dat die kan fungeren als gespreksstarter. We maakten daartoe ook een bladwijzer met enkele contactgegevens van organisaties die bezig zijn met genderidentiteit zoals Çavaria en Sensoa. Alle flyers zijn ondertussen meegenomen door bezoekers. Met de opstelling hopen we zo ook het museum als veilige plek te kunnen presenteren. 

Martin Corlazzoli

Krijgen de bezoekers na het invullen meteen feedback, bijvoorbeeld over hoe hun genderidentiteit zich verhoudt tot die van andere bezoekers?

Piet Hoebeke: Neen. Dat was niet alleen technisch moeilijk te realiseren, bovendien is het laatste wat we met deze opstelling willen, is de indruk wekken dat er een maatschappelijke norm is die je kan nastreven met de ‘juiste’ antwoorden.

Marjan Doom: Dat is voor ons als museum natuurlijk een uitdaging. Je wilt niet dat bezoekers achteraf teleurgesteld huiswaarts keren. Maar het draagt wel bij aan de missie van het GUM om de wetenschappelijke geletterdheid van de bezoekers aan te scherpen. Niet meteen resultaat krijgen is nu eenmaal eigen aan het proces van wetenschappelijk onderzoek. Wat betreft de activiteiten die de bezoekers uitvoeren, bij het GUM hebben we heel wat vrijwilligers die geïnteresseerd zijn in wetenschap. Voor de dataverwerking, waaronder bijvoorbeeld het transcriberen van data, zullen we zeker beroep doen op deze community.

Wat is de rol van het museum in dit verhaal?

Marjan Doom: Als museum houden we de vinger aan de pols over wat leeft in de samenleving, en delen de rol van wetenschap in die bewegingen. Zo proberen we zo goed als mogelijk aan te sluiten bij de leefwereld van onze bezoekers, met steeds onze missie om de wetenschappelijke geletterdheid van onze bezoekers aan te scherpen in het achterhoofd. De museale vertaling van het onderzoek en de multimediale uitvoering ervan nemen wij dus voor onze rekening.

In een tweede stap kan je, zoals we bij 'Phallus' deden, bezoekers laten bijdragen aan de dataverzameling en data-analyse van een onderzoek. Maar in een derde laag gebeurt het ontwerp van het onderzoek in co-creatie tussen onderzoeker en bezoeker.

Piet Hoebeke

Zien jullie nog een toekomst voor citizen science in het museum?

Marjan Doom: Ja, zeker! Het GUM is een forum voor wetenschap, twijfel en kunst. Daar past citizen science perfect in. Het is een manier om wetenschap naar de burger te brengen. Daarnaast voelen onderzoekers door in contact te komen met burgers ook aan dat het design van onderzoeksvragen niet alleen van hogerop opgelegd moet worden, maar dat ze in dialoog kunnen gaan met bezoekers en zo geïnspireerd kunnen worden.

Piet Hoebeke: Je zou kunnen zeggen dat er drie lagen zijn in die interactie tussen onderzoek(ers) en bezoekers. Bij wijze van de wetenschapscommunicatie, worden in de vaste opstelling van het GUM resultaten getoond van wetenschappelijk onderzoek, verricht aan de Vlaamse universiteiten. In een tweede stap kan je, zoals we bij ‘Phallus’ deden, bezoekers laten bijdragen aan de dataverzameling en data-analyse van een onderzoek. Maar in een derde laag gebeurt het ontwerp van het onderzoek in co-creatie tussen onderzoeker en bezoeker. Bij dat laatste zijn we nog niet, maar dat willen we wel nastreven.

Marjan Doom: We zijn bovendien al in gesprek met onderzoekers voor onze volgende tijdelijke expo. Dus ook in de toekomst zullen de bezoekers nog met burgerwetenschap in aanraking komen.

Foto's: Martin Corlazzoli

Bezoek nog tot 16 april de expo 'Phallus. Norm & Vorm' in het GUM
Meer info
page-square2--black Created with Sketch.