Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Draaiboek burgerwetenschap in steden en gemeenten: zo begin je eraan!

Stel, je bent schepen van mobiliteit of diensthoofd milieu in een stad of gemeente. Op een dag ontvang je in je mailbox een vraag van een aantal bezorgde maar betrokken burgers, die samen een citizen-scienceproject willen uitwerken. De inwoners willen een drukke sluipweg in de gemeente aanpakken of een vervuilde waterloop op de agenda zetten. Reageer je dan laconiek en laat je de burgers begaan of besef je dat deze vraag een kans is om een probleem samen aan te pakken? Wij hopen dat je voor de laatste optie kiest, vooral omdat je er in de toekomst als schepen, gemeenteraadslid of ambtenaar niet alleen voor staat. Je kan immers vanaf 23 april met gerust gemoed het nieuwe Draaiboek Citizen Science openklikken om samen met burgers op zoek te gaan naar een gedragen oplossing.

Draaiboek Citizen Science voor lokale besturen

Professionele aanpak

Burgerwetenschap kan een belangrijke meerwaarde zijn voor het beleid en het bestuur in steden en gemeenten. Toch leven er momenteel heel wat vragen bij lokale besturen over de mogelijkheden en moeilijkheden van citizen science. Wat is burgerwetenschap exact, hoe zet je een project op, is er een link met ‘smart cities’, hoe zet je een doelgerichte samenwerking op met lokale initiatieven? Het zijn maar enkele terechte vragen. 
Het Agentschap Binnenlands Bestuur van de Vlaamse Overheid voelde bij steden en gemeenten de nood aan ondersteuning op het vlak van burgerwetenschap. Daarom liet het Agentschap, aansluitend op het bestaande 'Smart Flanders'-programma, een draaiboek opstellen door drie professionele actoren in het domein; imec-SMIT Vrije Universiteit Brussel gaf als coördinator input op het vlak van participatie, communicatie en engagement, Scivil betrok de citizen science community en de IDEA GROUP maakte de verbinding met de praktijk van de lokale besturen. De opstellers gingen niet over één nacht ijs, ze legden hun expertise samen, organiseerden workshops met lokale besturen en citizen-science-initiatieven en verzamelden via diepte-interviews ervaringen vanop het terrein. Carina Veeckman, Senior Researcher (imec-SMIT, VUB) en Bart Van Herck, Senior Expert (IDEA Consult nv) blikken tevreden terug op het traject. 

Jullie hebben zowel de besturen als een aantal initiatiefnemers van burgerwetenschapsprojecten bevraagd. Wat zijn de voornaamste bekommernissen en behoeften die uit die bevraging zijn gekomen? 

"De kennis van en ervaring met citizen science is nog beperkt bij lokale besturen in Vlaanderen. Er zijn een aantal koplopers zoals de centrumsteden Leuven, Mechelen, Gent of Roeselare, maar er is geen enkel lokaal bestuur momenteel dat een globaal beleid of een coherente visie heeft m.b.t. citizen science. Zo houden besturen geen systematisch overzicht bij over welke projecten op hun grondgebied lopen. Citizen science is nu voornamelijk het terrein van ambtenaren die actief zijn in domeinen als leefmilieu of mobiliteit of die de thema’s ‘smart city’ of participatie opvolgen."

Verwachtingsmanagement
 
Wat is de unieke toegevoegde waarde van burgerwetenschap voor lokale bestuurders en inwoners van steden en gemeenten? 

"Uit onze bevraging blijkt in feite dat er een viertal grote pluspunten zijn: het beschikken over extra data en inzichten voor de beleidsvoering, het verhogen van burgerbetrokkenheid en gemeenschapsvorming, het uitbreiden van het netwerk en het genereren van aandacht in de media. Het verzamelen van objectieve data is een erg zichtbaar en belangrijk voordeel. ‘Meten is weten’ is geen holle slogan. Maak je burgers eigenaar van het meetproces, dan creëer je ook draagvlak voor op data gestoelde beleidsbeslissingen. De betrokkenheid van burgers zorgt er voor dat inwoners inzicht krijgen in de complexiteit van bepaalde situaties en problemen. Bovendien kunnen inwoners ook zelf topics naar voor brengen die bij hen sterk leven. ‘Samen meten’ realiseert zo gelijkwaardigheid en community building.
Tot slot is citizen science gewoon leuk! Veel burgers genieten ervan om bij te dragen, bij te leren of te ontdekken."

In het nieuwe Draaiboek Citizen Science voor lokale besturen reiken jullie een aantal professionele handvaten aan. Moeten we die aanbevelingen lezen als praktische tips of eerder als richtlijnen op beleidsniveau? 

"De handvaten die we aanreiken situeren zich zowel op beleidsniveau als op projectniveau. We maakten voor lokale bestuurders een tienpuntenplan. Het plan geeft hen een leidraad om intern een visie en een beleid inzake citizen science op te stellen. 
In dat plan is er aandacht voor verwachtingsmanagement. Het is belangrijk dat de burger en bij uitbreiding alle stakeholders van meet af aan goed weten wat de bedoeling is van de studie, wat er van hen wordt verwacht, en wat er met de data en de resultaten zal gebeuren.
Op projectniveau werkten we een stappenplan uit om zelf een project te initiëren of te kijken waar je een samenwerking kan opzetten. Elke actie, elk proces, van bij de start tot het einde van het project, brachten we chronologisch in kaart. Zo kan je als beleid anticiperen op opportuniteiten en op bedreigingen want ja, we signaleren natuurlijk ook uitgebreid aandachtspunten, faal- en risicofactoren."

Wij hopen dat er door het nieuwe draaiboek meer bekendheid en kennis komt over citizen science en dat lokale besturen starten met experimenten, kleinschalige initiatieven of samenwerkingen met bottom-up initiatieven. En dat de data die verzameld worden ook nuttig zullen zijn voor het beleid!

Carina Veeckman (imec-SMIT, VUB) en Bart Van Herck (IDEA Consult nv)

Inspraak en erkenning

Liggen de valkuilen waar jullie de vinger op konden leggen, net zoals bij andere burgerwetenschapsprojecten, vooral in het domein van de samenwerking en communicatie? 

"Wij detecteerden inderdaad een aantal werkpunten in die domeinen. Door die op te lijsten en te benoemen geven we alle partners meer grip op het proces. 
Een van die faalfactoren is de zorg om continuïteit. Zo is het belangrijk om na een burgerwetenschapsproject als beleid aan te tonen dat de resultaten van een onderzoek effectief gebruikt worden. Vooraf constructief nadenken over het doel van een project en een verwachtingsmanagement uitstippelen verhelpt dit. Nog een aandachtspunt is de communicatie met de deelnemers aan het project. Besteed je als bestuur of initiator van een project onvoldoende aandacht aan de noden van je deelnemers, dan kan je project inderdaad falen. Een groot risico ontstaat wanneer er bij meet af aan wantrouwen of onenigheid is tussen partners of stakeholders van een project. Je verliest ook draagvlak door geen rekening te houden met de tevredenheid van burgers. Versta hieronder dat je interesse moet wekken, samenhorigheid creëren, inspraak en erkenning geven. Trouwens niet alleen bij ‘the usual suspects’, de deelnemers die a priori interesse hebben, maar ook bij minder toegankelijke doelgroepen."

Hoe zorg je als bestuur voor een helder databeleid? 

"Data zijn een extra aandachtspunt. Data vragen om een transparante, toegankelijke en heldere communicatie naar de burgers. Platformen waarop burgers werken en contact houden moeten voldoende gebruiksvriendelijk zijn. Op het vlak van de verzamelde data zelf kan het mislopen als die niet kwalitatief genoeg zijn, als burgers niet de juiste metingen hebben uitgevoerd of als er vooraf geen afspraken zijn gemaakt over de installatie en het onderhoud van de meetapparatuur. Want dat is net van cruciaal belang: dat de verschillende partners en stakeholders op eenzelfde lijn zitten en een gezamenlijk, neutraal doel voor ogen hebben: objectief samen meten en weten."

Neutraal en gedragen

Is het als stad en gemeente of burger beter om in te stappen in een Vlaams of zelfs internationaal burgerwetenschapsproject of ligt de kracht van citizen science net in het feit dat iedereen bij wijze van spreken op de hoek van zijn straat een eigen project kan lanceren? 

"Beide zijn waardevol, zowel instappen in een groter Vlaams of internationaal initiatief als samenwerken met bottom-up citizen-science-initiatieven. Voor kleinere gemeenten, die niet altijd de capaciteiten en de middelen hebben is het interessant om de krachten te bundelen met buurgemeenten, bijvoorbeeld via een streekintercommunale. De Vlaamse Overheid kan bovendien fungeren als facilitator en ondersteuner van de lokale besturen. Enkele gemeenten waagden zich wel al aan het internationaal niveau, ze waren betrokken in Europese H2020-projecten en Interreg-projecten. Het is in essentie een kwestie van een open attitude en van respect van bestuur voor burgers en omgekeerd."

Wat is de rol van de wetenschappers in dit geheel? Hoe kunnen zij het professionalisme bewaken?
 
"Wetenschappers kunnen lokale besturen helpen bij het vastleggen van een dataprotocol (de onderzoeksmethode), het uitvoeren van de analyse en de interpretatie van de data. Dat zijn nu eenmaal domeinen die best in gedeelde verantwoordelijkheid, samen met lokale besturen en experten, worden opgezet. Zo kan de analyse van data op een neutrale, meer gedragen manier uitgevoerd worden. We zien ook wetenschappelijke partners die het participatorisch traject tussen bestuur, burgers en andere stakeholders in de hand nemen, zoals LUCA School of Arts in het project Stiemerlab (Genk)."

Hoe zien jullie de toekomst van burgerwetenschap op stedelijk en gemeentelijk niveau? 

"De centrumsteden kunnen zeker een voortrekkersrol opnemen, al zijn ook zij nog zoekend. Wij hopen dat er door het nieuwe draaiboek meer bekendheid en kennis komt over citizen science en dat lokale besturen starten met experimenten, kleinschalige initiatieven of samenwerkingen met bottom-up initiatieven en vooral dat de data die verzameld worden ook nuttig zullen zijn voor het beleid. Een data gedreven beleid, dat is een mooie toekomstvisie!"

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks

Meer info en inschrijven voor de lancering van het Draaiboek Citizen Science voor lokale besturen?
Klik hier!
page-square2--black Created with Sketch.