Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Heb jij het gevoeld? De impact van aardbevingen in kaart gebracht

‘Als je een aardbeving enkel met meettoestellen meet, ken je de échte impact op de gewone burger niet. Met crowdsourcing houd je pas echt de vinger aan de pols.’ Aan het woord is Koen Van Noten, geoloog bij de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB). Hij is mee verantwoordelijk voor de metingen van aardbevingen in België en onze buurlanden met behulp van het Belgisch Seismisch Netwerk.

Koen Van Noten
Beantwoorde enquête van de gemeente Ophoven (Kinrooi) naar aanleiding van de 1932 aardbeving te Uden (NL).

Beantwoorde enquête van de gemeente Ophoven (Kinrooi) naar aanleiding van de 1932 aardbeving te Uden (NL).

100 jaar crowdsourcing

Wordt er bij de Koninklijke Sterrenwacht van België veel aan citizen science en crowdsourcing gedaan? En hoe pas jij in dat plaatje?

Koen Van Noten: ‘Bij de Koninklijke Sterrenwacht van België (KSB) bestuderen onderzoekers de planeet, de zon, ons zonnestelstel, en andere sterren, planeten en objecten uit het heelal. De KSB heeft momenteel drie crowdsourcing- en citizenscience-initiatieven lopen; de ‘Heeft u een aardbeving gevoeld?’-vragenlijst (oftewel “Did You Feel It?”-vragenlijst), het AcceleROB-project waarbij via kleine accelerometers bij vrijwilligers thuis de versnelling van de grondbeweging van een aardbeving gemeten wordt, en het VAL-U-SUN-project waarbij burgers helpen om zonnevlekken op tekeningen te herkennen en analyseren.

Ik ben vooral bij ‘Did You Feel It?’ actief. Ik startte bij de KSB als geoloog, maar mijn werk is geëvolueerd naar seismologie. De globale impact van een aardbeving meten, dat kan uiteraard door meettoestellen over het hele land te verspreiden. Alleen is dat niet voldoende om de échte, lokale impact te meten. Wat hebben burgers écht gevoeld? Dat brengt de KSB in kaart met behulp van de online bevraging “Heeft U een aardbeving gevoeld?”.’

Hoe kwam het project tot stand? 

Koen Van Noten: ‘Bij mijn indienstname ben ik de geschiedenis van de sterrenwacht in gedoken, en ik kwam tot de verbazende ontdekking dat er al zo’n 100 jaar lang burgerbevragingen rond aardbevingen bijgehouden werden, met als doel de impact van aardbevingen in kaart te brengen. Dat maakt dat de vragenlijst waarschijnlijk het oudste crowdsourcingwerkinstrument van België is! Al een eeuw lang wordt de impact van een aardbeving op lokaal niveau onderzocht; er worden al sinds 1925 enquêtes uitgestuurd naar burgemeesters van getroffen gemeentes, om de impact te bevragen onder hun inwoners. Al van in het begin van de metingen bestaat de vragenlijst uit gerichte vragen om de mate van het schudden, vertaald als de “intensiteit” van de beving in kaart te brengen.

Bij de eerste metingen werden de enquêtes naar de burgemeester gestuurd, die de vragenlijsten doorgaven aan o.a. de politie en brandweer, die op hun beurt bij de burgers aan huis rondvroegen hoe de aardbeving was ervaren. Er werden geen open vragen gesteld, de burgemeesters moesten uit verschillende opties onderlijnen wat op hun gemeente van toepassing was. Samen met doctoraatsstudent Ben Neefs bestudeer ik deze oude vragenlijsten. Aan de hand van de antwoorden wordt de intensiteit van aardbevingen in kaart gebracht. Met deze intensiteitskaarten kunnen we bestuderen hoe en waar seismische gebeurtenissen de maatschappij schade berokkende in de laatste eeuw en hoe ingenieurs zich in de toekomst hier zich tegen kunnen wapenen in hun ontwerpen.

Dankzij het internet kwam de manier van dataverzameling in een stroomversnelling. De aloude methode van enquêtes naar burgemeesters versturen, gebeurt nog steeds. Maar dankzij het internet kunnen burgers ook zelf rechtstreeks op onze website aangeven of en hoe ze een aardbeving gevoeld hebben.

De vragenlijsten per post naar burgemeesters opsturen, de enquêtes laten invullen, de vragenlijsten terug inzamelen, de resultaten verwerken... vroeger duurde het weken eer de analyse van een aardbeving compleet was. Dé grote sterkte voor crowdsourcing is het internet; het gaat nu zoveel sneller om burgers te bereiken en dataverwerking en aardbevingsanalyse gebeurt nu in real-time.’

Ik kwam tot de verbazende ontdekking dat er al zo’n 100 jaar lang burgerbevragingen rond aardbevingen bijgehouden werden, met als doel de impact van aardbevingen in kaart te brengen. Dat maakt dat de vragenlijst waarschijnlijk het oudste crowdsourcingwerkinstrument van België is!

Koen Van Noten
Real-time intensiteitskaart van de 13 juli 2008 aardbeving te Court-Saint-Etienne (magnitude 3,2).

Real-time intensiteitskaart van de 13 juli 2008 aardbeving te Court-Saint-Etienne (magnitude 3,2).

De échte impact van aardbevingen

Welke meerwaarde biedt het project voor de gewone burger?

Koen Van Noten: ‘Als je enkel met meettoestellen meet, ken je de échte impact op de gewone burger niet. ‘Did You Feel It?’ polst naar wat burgers zelf gevoeld hebben. We stellen vragen als ‘Heb je de aardbeving gevoeld?’, ‘Hoe zou je de aardbeving beschrijven in een schaal van zwak tot zwaar gevoeld?’, ‘Kon je blijven rechtstaan?’ en ‘Is er schade?’. Hoe zwaarder gevoeld, des te groter de intensiteit. Met deze vraagstelling wordt er meteen een kaart gegenereerd die toont of de invuller ver of net vlak boven het hypocentrum van een aardbeving woont, en wat de impact en verspreiding van de beving was.

De KSB kreeg bovendien van de overheid de officiële rol om het crisiscentrum te verwittigen bij aardbevingen en kans op schade. Wanneer wij meldingen binnenkrijgen, kunnen wij de gegevens heel snel doorgeven, waardoor het crisiscentrum snel in actie kan komen en op haar beurt burgers kan beschermen of verwittigen.’

Welke uitdagingen of verrassingen brachten het project met zich mee?

Koen Van Noten: ‘Soms krijgen we verrassende antwoorden binnen. Een tijd geleden kregen we een dertigtal meldingen van een aardbeving in Antwerpen. Wat bleek? Er was geen aardbeving, maar bij de werken aan de Scheldekaaien waren enorme afbraakexplosies te horen en voelen. Gezien het maar een klein aantal respondenten was, konden we hen allemaal laten weten dat het niet om een aardbeving ging. Bij een groter aantal respondenten is dat natuurlijk moeilijker, daar blijft de feedback voor burgers veelal beperkt tot de weergave van de impactkaart, waarop ze zelf kunnen zien hoe dicht of veraf ze van het epicentrum van de aardbeving wonen en hoe intens de beving was. Andere voorbeelden van meldingen zijn steengroeveontploffingen, F16s die door de geluidsmuur knallen en concerten.

Het moeilijke aan het project is dat er geen continuïteit in de bijdrage van burgers zit. Het is eigen aan het onderzoek dat de respondenten vaak andere mensen zijn, want wie de ene aardbeving voelt, voelt de volgende niet noodzakelijk. We leunen vaak op de media om te berichten over een aardbeving, dat spoort mensen die iets gevoeld hebben aan om iets over aardbevingen op te zoeken en mogelijks onze vragenlijst in te vullen. Maar het blijft een uitdaging om dat hele brede doelpubliek van de media zover te krijgen om te participeren.

Het project heeft natuurlijk ook heel wat sterktes. Door in de oude data te duiken en dit te combineren met het online systeem van ‘Did You Feel It?’, hebben we veel bijgeleerd over onze methoden en technieken. We hebben de oude vragen verbeterd en aangepast aan de huidige situatie, en we hebben methodes om de datakwaliteit te controleren. Bij online bevragingen kom je bijvoorbeeld spam en outliers tegen, maar dankzij interne controlemiddelen worden die er al snel uitgefilterd.’

Seismologie spreekt tot de verbeelding

‘Did You Feel It?’ draait voor de KSB rond crowdsourcing, maar doen jullie ook aan educatie?

Koen Van Noten: ‘Met het project willen we zeker ook bewustzijn rond aardbevingen creëren. De algemene perceptie is dat er in België niet zoveel aardbevingen gebeuren. Ik krijg als seismoloog wel eens te horen dat ik weinig werk zou hebben, omdat er hier geen aardbevingen zouden zijn. Niets is minder waar, natuurlijk.

Een sterkte van het project is dat het concept ‘seismologie’ tot de verbeelding spreekt. We doen soms ook veldwerk, bijvoorbeeld wanneer we een nieuwe seismometer plaatsen en we eerst willen nagaan of de lokale geologie het aardbevingssignaal niet versterkt of verzwakt. Van zodra omwonenden horen dat we onderzoek doen naar aardbevingen, komen de verhalen van hun eigen ervaringen met aardbevingen spontaan naar boven.

De KSB wil ook op school en tijdens wetenschapsevents het brede publiek laten kennismaken met aardbevingen. Zo hebben we tijdens de openingsshow van Nerdland 800 mensen tegelijkertijd laten springen. We hadden 20 sensors van aan de tent tot op een afstand van 1,2 km geplaatst en live de impact gemeten. Wat bleek? De gemeten impact kwam overeen met een aardbeving met magnitude van 1,5! Op scholen leren we kinderen wat ze moeten doen als ze een aardbeving meemaken, volgens het principe ‘Schud, buk en hou vast’. Schudt de aarde, kruip dan onder je bureau en hou je goed vast. In België zal dit misschien minder nodig zijn, maar wie weet komt het in het buitenland nog van pas.’

Oog op de toekomst

De impactmeting van aardbevingen gebeurt al zo’n 100 jaar. Hoe zie jij dit in de toekomst nog evolueren?

Koen Van Noten: ‘We hangen nu volledig af van individuen die onze vragenlijst willen invullen naar aanleiding van een aardbeving die ze gevoeld hebben. Maar eigenlijk zou het ook interessant zijn om data te verzamelen van personen die de beving niet gevoeld hebben, zodat we nog beter kunnen aflijnen waar de grens van de impact van een beving zich bevindt. We willen in de toekomst graag werken met vrijwilligers. Stel je voor; een team van 20 vrijwilligers per Belgische gemeente, die de enquête invullen bij elk incident, ongeacht of ze het zelf gevoeld hebben of niet. Op die manier krijg je hele betrouwbare data van gekende vrijwilligers, en kan je perfect aflijnen in welk gebied een aardbeving impact had.’

Het Belgisch Seismisch Netwerk met AcceleROBs (paarse driehoeken), seismometers (blauw en oranje) en accelerometers (groen).

Het Belgisch Seismisch Netwerk met AcceleROBs (paarse driehoeken), seismometers (blauw en oranje) en accelerometers (groen).

En hoe zit het met de andere citizenscience-initiatieven van de KSB?

Koen Van Noten: ‘Het AcceleROB-project draait rond de versnelling van een beving. De KSB heeft verspreid over België een aantal officiële meetstations. Aanvullend krijgt de KSB data binnen via kleine accelerometers die we in de kelder van heel wat vrijwilligers geplaatst hebben. Met deze sensors kunnen we de magnitude en lokale versnelling van een beving meten, wat van belang is voor ingenieurs. De toestelletjes zijn aangesloten op het internet, van zodra een bakje trilt, krijgen wij automatisch data door. Ook hier doen we dus aan crowdsourcing.

 

 

Het VAL-U-SUN-project bestudeert dan weer zonnevlekken. Al sinds de 16de eeuw wordt de sterkte en activiteit van de zon geanalyseerd aan de hand van zonnevlekken. De KSB beschikt over een groot archief van tekeningen van zonnevlekken. Deze figuren zijn we met behulp van burgers aan het analyseren en digitaliseren.

Bij de KSB hebben we alleszins begrepen dat crowdsourcing en citizen science een essentiële aanvulling zijn op onze eigen data en onderzoeken. Iets wat we in de toekomst zeker verder gaan exploreren.’

page-square2--black Created with Sketch.