Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

De kracht van jonge gezondheidsbewakers

Milieu en gezondheid onder de loep in het secundair onderwijs in Mol

Een buitengewone schat aan data over schadelijke stoffen in ons lichaam, onze leefomgeving en onze levensstijl, de onderzoekers van het 3xG-project wisten ze de afgelopen jaren zorgvuldig te verzamelen. 3xG staat voor Gezondheid, Gemeenten, Geboorten. De studie volgt zo’n 300 kinderen uit Dessel, Mol en Retie, vanaf de zwangerschap en doorlopend tot ze 18 jaar oud zijn. Het maakt van de regio één van de best opgevolgde regio’s in Vlaanderen. Op dit moment, nu de betrokken kinderen tussen de 8 en 13 jaar oud zijn, bevat de 3xG-databank al heel wat relevante data over de schadelijke stoffen in onze omgeving en de gezondheid van de 3xG-deelnemers. Tijd dus om met die cruciale data in de secundaire scholen aan de slag te gaan en de betrokken generatie inzicht te geven in wetenschappelijk onderzoek, in milieu en gezondheid en in de kracht van persoonlijke gezondheidskeuzes. Hier komen de ‘Gezondheidsbewakers’. 

gezondheid workshop in de klas

Voor het 3xG-onderzoeksteam is het educatief project ‘Gezondheidsbewakers’ een logisch gevolg van het lopende 3xG milieu- en gezondheidsonderzoek. De volgende generatie bewust maken van de onbetwistbare link tussen milieu en gezondheid is immers de drijfveer van zowel Michelle Laeremans (VITO) als Carmen Franken (PIH). Beide onderzoeksters getuigen gemotiveerd en enthousiast over het verloop en de aanpak van hun educatief avontuur, maar eerst schetsen ze nog even hoe het allemaal begon. 

Vertaalslag naar het onderwijs

Michelle Laeremans: De kiem van het educatief project ‘Gezondheidsbewakers’, de wetenschappelijke basis ervan ligt in de 3xG studie. Dat wetenschappelijk onderzoek wil in essentie de blootstelling aan milieuvervuilende stoffen in de regio Mol, Dessel en Retie in kaart brengen, de gezondheid van de lokale bevolking bewaken en de rol van levensstijl nagaan. Elke dag komen we in contact met schadelijke stoffen in onze omgeving, maar hoe gevaarlijk is dat eigenlijk? Het project kadert in de uitvoering van één van de voorwaarden voor de oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend afval in Dessel, in partnerschap met STORA en MONA en in opdracht van NIRAS. Het consortium dat het project stuurt bestaat dan weer uit VITO en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH), met advies van UAntwerpen en heel wat andere betrokken organisaties. Dat heeft absoluut een meerwaarde omdat elke partner zijn specifieke expertise inbrengt.

Hoe is de vertaalslag van de 3XG-studie naar een educatieve omgeving verlopen? 
Michelle Laeremans:
 We zijn aan de slag gegaan met de jongeren van het tweede middelbaar uit de richting Wetenschappen, Moderne talen en STEM uit vier middelbare scholen in Mol. In een eerste fase kregen ze van ons een aantal introductielessen over milieu en gezondheid, o.a. over het belang van gezonde binnenlucht. Deze introductie, ontwikkeld door het Departement Zorg, ging dieper in op het meten van schadelijke stoffen in de binnenlucht en de omgeving. Daarna doken de leerlingen in de gegevens van de databank van de 3xG studie. Hun ambitie: het formuleren van een relevante en wetenschappelijk correcte onderzoeksvraag, een vraag die ook aansluit bij hun eigen leefomgeving en gezondheid. 

 

Barometers en bewakers

Kan je een voorbeeld geven van zo’n onderzoeksvraag? 
Michelle Laeremans: 
We hebben gemerkt dat leerlingen veel aandacht hebben voor mentale gezondheid. Maar mentale gezondheid en fysische gezondheid hebben uiteraard veel raakvlakken. Zo was er bijvoorbeeld de vraag: is het schadelijk dat mijn kat bij mij slaapt? Huisdieren worden vaak behandeld met anti-parasitaire middelen, zijn die behandelingen ook schadelijk voor de mens bij nauw contact? Omgezet naar een wetenschappelijke vraagstelling werd dat dan: wat is het verband tussen pesticiden in het lichaam en het hebben van een kat als huisdier? Een aansluitende onderzoeksvraag die peilt naar het mentale welzijn werd dan: wat is het verband tussen een huisdier hebben en stress ervaren? Met deze concrete onderzoeksvragen voor ogen gaan de leerlingen meteen aan de slag door gegevens te analyseren uit de databank van 3xG. 
 

Michelle Laeremans: De leerlingen ervaren zo niet alleen waaruit een wetenschappelijke aanpak bestaat, ze leren ook grafieken lezen en kritisch denken. Het objectief is dat ze oog krijgen voor hun persoonlijke gezondheidskeuzes en dat ze de data van de 3xG studie leren lezen én via een toegankelijke poster ontsluiten voor de inwoners van Dessel, Mol en Retie. Ze worden met andere woorden echte wetenschapsvertellers. De posters die ze ontwerpen zullen tijdens een slotevent op 15 november te zien zijn en ze komen ook in openbare plaatsen terecht zoals het administratief centrum van Dessel, de bibliotheek in Retie en het cultuurcentrum van Mol. 
 

Carmen Franken: In feite willen we de generatie die deelneemt, die ons met andere woorden dankzij hun deelname informeert over de stand van milieu en gezondheid in Dessel, Mol en Retie, maar bij uitbreiding ook in de Kempen en in Vlaanderen, nauw betrekken bij het lopende onderzoek. Finaal willen we hen in staat stellen om bewust bepaalde gezondheidskeuzes te maken. Je zou kunnen zeggen dat de ongeveer 300 actieve jongeren die aan de 3xG studie deelnemen en die dus van voor hun geboorte betrokken zijn, dat zij de ‘barometers’ zijn voor de schadelijke stoffen in onze omgeving. De jongeren die in de middelbare scholen in Mol meewerken aan het educatieve programma zijn dan de ambassadeurs van de studie, zij zijn de gezondheidsbewakers. Zij maken het project in de regio bekend en creëren er een draagvlak voor. 

De jongeren die in de middelbare scholen in Mol meewerken aan het educatieve programma zijn dan de ambassadeurs van de studie, zij zijn de gezondheidsbewakers. Zij maken het project in de regio bekend en creëren er een draagvlak voor.

Carmen Franken

Blootstelling beperken

Is zo’n draagvlak belangrijk om eventueel in een verder stadium naar concrete beleidsacties over te stappen? 
Carmen Franken: 
Jazeker, een concreet voorbeeld is de putwateractie in 2017. Toen duidelijk werd dat het arseen in de urine van de zwangere mama’s hoger lag dan de vergelijkende referentiewaarden, zijn er via een campagne in 14 gemeenten concrete aanbevelingen gekomen om eerst het putwater te laten testen, en niet met putwater te koken als er te veel arseen in zit. Wie putwater gebruikte, kreeg daarom de kans om het water aan een verlaagd tarief te laten analyseren. 


Zijn jongeren met hun gezondheidskeuzes bezig? 
Carmen Franken:
 Er is in ieder geval interesse en de deelnemende jongeren, zowel die van de studie als van het educatief project, krijgen concrete tips mee om hun blootstelling aan schadelijke stoffen te beperken. We monitoren ook de aanwezigheid van pesticiden. Vorig jaar, toen onze deelnemende jongeren 7 jaar waren, kwamen we tot de conclusie dat de pesticidewaarden in hun urinestalen aan de hoge kant waren in vergelijking met andere Europese studies. Dessel, Mol en Retie vertegenwoordigen in die zin Vlaanderen. We willen zeker verder opvolgen of de pesticiden in het lichaam aanwezig blijven of dat ze mogelijks snel worden afgebroken. 

We hebben een hele weg afgelegd, voor onderzoekers ligt zo’n project buiten hun comfortzone. Daarom hebben we niet geaarzeld om ondersteuning in te schakelen, vooral op het vlak van communicatie. 

Michelle Laeremans

Overleggen is een must    

Welke tips hebben jullie voor wie van plan is een educatief burgerwetenschapsproject uit te rollen? 
Michelle Laeremans:
 Wij zijn grote voorstander van het overlegmodel, we hebben intensief met de leerkrachten samengezeten en we proberen heel sterk vanuit de leefwereld van de leerlingen te vertrekken. In die zin hebben we een hele weg afgelegd, voor onderzoekers ligt zo’n project buiten hun comfortzone. Daarom hebben we niet geaarzeld om ondersteuning in te schakelen, vooral op het vlak van communicatie. Zo hebben we een expert aangesproken om het dashboard van de 3xG databank visueel overzichtelijk en aantrekkelijk te maken voor de doelgroep. Dat is een must. Het belangrijkste is in feite dat je als onderzoeker weet waar je sterkten eindigen en natuurlijk dat je ook de tijd en de kostprijs van je project realistisch kan inschatten. 

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto: Michelle Laeremans

page-square2--black Created with Sketch.