Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Over exotische waterplanten en hun natuurlijke vijanden

Verbaasd en leergierig, zo reageerden de 8-jarigen die deze zomer tijdens een JCW-kamp enthousiast inzoomden op invasieve, exotische waterplanten. Hun kennismaking met de wereld van de waterplanten heeft alles te maken met het burgerwetenschapsproject Bugs 2 the Rescue. Jongeren en natuurvrijwilligers werken binnen dit project samen met wetenschappers, ze verzamelen ecologische data en brengen de verspreiding van invasieve exotische waterplanten in kaart. De wetenschappers van hun kant vergroten hun kennis van de invasieve waterplanten én van hun natuurlijke vijanden. Zo hopen ze op termijn een biologisch controleprogramma op punt te stellen. Meer daarover in een gesprek met professor Iris Stiers, verbonden aan het Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding Wetenschappen & Technologie (MILO, Vrije Universiteit Brussel) en Pieter Meert, projectcoördinator Bugs 2 the Rescue.

Bugs 2 the Rescue

Woekeraars

Het moet gezegd, onze aquatische ecosystemen zijn een belangrijke en omvangrijke bron van biodiversiteit, maar die prachtige ecosystemen zijn ook kwetsbaar. Zo komen er in onze streken steeds meer woekerende, invasieve, exotische en dus uitheemse soorten voor. Soorten die door de mens bewust of onbewust zijn binnengebracht, denk maar aan sommige sierplanten voor vijvers of aquaria. Zulke exoten zijn vaak mooi, maar ze kunnen schade veroorzaken aan de inheemse biodiversiteit.

Waarom leidt de introductie van exotische waterplanten tot schade aan de biodiversiteit van onze wateren?

Professor Iris Stiers: “De invasieve, exotische waterplanten vormen een dichte plantenmassa op en onder het wateroppervlak. Door een afname van het zonlicht en de zuurstof in het water worden heel wat inheemse waterplanten en waterdieren onderdrukt. De exoten hinderen de waterafvoer en het water zelf zorgt voor een efficiënte verspreiding van zaden en fragmenten. Het resultaat is een ongewenste plantenmassa die woekert en zich makkelijk kan verspreiden.”

En die blijkbaar ook een economische impact heeft? 

Prof. Iris Stiers: “Dat klopt. In mijn doctoraatsstudie heb ik duidelijk kunnen vaststellen dat de wildgroei aan exoten niet alleen gevolgen heeft voor de biodiversiteit maar ook een economische impact heeft. Exoten doen sluizen en grachten dichtgroeien, belemmeren de waterafvoer en kunnen ook overstromingen veroorzaken. Zelfs voor het recreatief gebruik van de waterlopen zijn er gevolgen. Dat is ook de reden waarom wij intensief samenwerken met de Vlaamse Milieu Maatschappij, Natuurpunt en de diensten Integraal Waterbeleid van de verschillende provincies. Een sterke, snelle opvolging van de groei van exoten in onze waterlopen is een noodzaak. Op heel veel plaatsen in Vlaanderen moeten we kort op de bal spelen.”

Kies voor inheems

Concreet willen jullie samen met burgers en jongeren op zoek gaan naar 20 specifieke invasieve, exotische waterplanten. Hoe zijn jullie tot die lijst van 20 gekomen? 

Prof. Iris Stiers: “In heel Europa zijn er momenteel 400 watergebonden planten in de handel. In januari 2015 stelde de EU een regelgeving op, om tot een effectieve, uniforme aanpak van invasieve, uitheemse soorten te komen door preventie, snelle opsporing en het beheren en terugdringen van de exoten. Zo heeft Europa ook een ‘Unielijst’ opgesteld, een aan verandering onderhevige lijst met zorgwekkende invasieve soorten die niet mogen gehouden, gekweekt, vervoerd, gebruikt, of uitgewisseld worden. Op dit moment is België het vierde land met de meeste invasieve, exotische waterplanten. Een aantal van de waterplanten die wij willen opsporen staan op de Unielijst.”

Pieter Meert: “Je kan die 20 waterplanten trouwens op onze website van Bugs 2 the Rescue terugvinden, met een gedetailleerde plantenfiche. Dat is meteen ook een oproep aan burgers en particulieren. Let erop als je een vijver hebt of een vijver gaat aanleggen, kies dan voor inheemse waterplanten. Exoten kunnen onbedoeld veel schade aanrichten, eigenaars krijgen ze niet meer verwijderd en in het tuincentrum staan deze planten (voorlopig) niet gelabeld met de term exoot. Door voor inheemse waterplanten te kiezen geef je de biodiversiteit een mooie kans.”

Bugs 2 the Rescue heeft een aanbod voor jongeren ontwikkeld dat zowel binnen als buiten schoolverband gebruikt kan worden. Het is een van onze doelstellingen om de jongeren wetenschappelijke skills bij te brengen zoals het identificeren van insecten en planten.

Pieter Meert (projectcoördinator Bugs 2 the Rescue)

Preventie en kennis

Een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle preventie is de gevoeligheid voor de exotenproblematiek te verhogen. Jullie vinden dat jongeren binnen én buiten de school daar een belangrijke rol in kunnen spelen?

Pieter Meert: “Bugs 2 the Rescue heeft een aanbod voor jongeren ontwikkeld dat zowel binnen als buiten schoolverband gebruikt kan worden. We hebben een Beestige Vijanden-koffer gemaakt, die gratis uit te lenen is. De koffer bevat lesmateriaal voor jongeren van de tweede graad secundair onderwijs (14/15- of 15/16-jarigen), maar met wat extra uitleg kunnen ook tien- tot dertienjarigen zich aan onderzoek wagen. Leerkrachten kunnen de koffer inzetten voor een lesuur of voor een halve dag excursie en biotoopstudie. Je ziet het, zelfs de achtjarigen die bij JCW op kamp een workshop op maat kregen, pikten belangrijke wetenschappelijke begrippen op. Het is trouwens ook een van onze doelstellingen om de jongeren wetenschappelijke skills bij te brengen zoals het identificeren van insecten en planten. Wat zij op het terrein vaststellen en identificeren, kunnen ze inbrengen in de apps Obsidentify en ObsMapp (of iObs), of op de Bugs 2 the Rescue-projectpagina op de website waarnemingen.be. In feite brengen we hen ook een stukje bioveiligheid bij, we zorgen ervoor dat ze zich bewust zijn van het feit dat ze hun laarzen en schoenen na afloop goed moeten reinigen, zodat ze niet zelf de oorzaak zijn van de verspreiding van kleine fragmentjes van de exoot. Waterplanten breken makkelijk in stukjes en groeien vanuit die stukjes stengel terug.”

Prof. Iris Stiers: “Onze acties in de scholen zijn bovendien zelf het voorwerp van een wetenschappelijke studie. We willen in de scholen nagaan of de jongeren na de biotoopstudie een betere kennis hebben over exoten en hun beheer en over de wetenschappelijke onderzoeksmethode. We merken trouwens ook een hiaat in de biologische kennis over exoten en de methode van biologische controle bij leerkrachten biologie en natuurwetenschappen, bij leerkrachten en studenten in opleiding en zelfs bij onderzoekers. Zo zijn er binnen de opleiding Biologie aan de Vrije Universiteit Brussel momenteel een aantal lessen waar exoten zeker aan bod komen, maar er is nog geen expliciet vak ‘Invasieve ecologie’, toch wel één van de grootste uitdagingen van de mondiale milieuveranderingen. Daar willen we met Bugs 2 the Rescue op inzetten; bewustmaking van burgers, onderzoekers en jongeren is essentieel.”

Op dit moment zijn er te veel exotische waterplanten, te weinig wetenschappers en onvoldoende gegevens beschikbaar voor een succesvolle toepassing van de biologische controle. En daar willen wij met Bugs 2 the Rescue op inzetten.

Prof. Iris Stiers (Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding Wetenschappen & Technologie)

Biologische controle en evenwicht

De achtjarigen van het JCW-kamp konden deze zomer tijdens hun biotoopstudie een belangrijke vaststelling doen, ze identificeerden een exoot maar ze vonden ook schade op die plant, met andere woorden een insect was er aan het smullen geweest, een herbivoor die de exoot mogelijks een halt kan toeroepen. Voor jullie is dat een belangrijke vaststelling. 

Prof. Iris Stiers: “Dat is voor ons als onderzoekers vooral cruciaal vanuit het oogpunt van een mogelijke oplossing. Die oplossing zien wij in ‘biologische controle’. Biologische controle is de actie van een ‘agent’ of natuurlijke vijand – zoals een parasiet, roofdier (predator) of ziektekiem (pathogeen) – die de dichtheid van een ander organisme doet dalen. 

Het introduceren van een natuurlijke vijand zoals herbivore insecten, een kevertje bijvoorbeeld, zorgt ervoor dat de dichtheid, de wildgroei van de uitheemse plant afneemt. Zo ontstaat een nieuw evenwicht en kan de inheemse vegetatie zich herstellen. Biologische controle is in feite een duurzame, economische, milieuvriendelijke en veilige oplossing om invasieve planten te beheren.”

Zijn er voorbeelden op het terrein waar de biologische controle al tot mooie resultaten heeft geleid? 

Prof. Iris Stiers: “Europa hinkt achterop in vergelijking met andere landen en regio’s als Australië, Nieuw-Zeeland, Argentinië en Zuid-Afrika, waar biologische controle erg succesvol is. In sommige landen is biologische controle er al meer dan 100 jaar een feit met ongeveer 1500 introducties van natuurlijke vijanden. In Zuid-Afrika krijgen particulieren, die in hun waterpartij te kampen hebben met invasieve waterhyacint bijvoorbeeld, simpelweg een bakje insecten opgestuurd die ze dan kunnen loslaten. Ik wil benadrukken dat het om strikt gecontroleerde en veilig bevonden introducties gaat. Er zit namelijk heel wat wetenschappelijk onderzoek achter biologische controle. In Europa zijn vooral Portugal en het Verenigd Koninkrijk actief en onlangs is in Nederland op verschillende locaties een test gestart, waar men de Japanse Duizendknoop met een bladvlo hoopt te bestrijden.”

Pieter Meert: “De Japanse Duizendknoop is ook bij ons een probleem, net zoals de Watercrassula die erg hardnekkig aanwezig is en maar moeilijk weg te krijgen. Op dit moment worden invasieve waterplanten vooral mechanisch of handmatig verwijderd, onder meer met rupsvoertuigen en graafmachines. Dat is arbeidsintensief en duur en het berokkent schade aan de omgeving. Bovendien is er na het inzetten van de machines nog manuele nazorg nodig.”

Prof. Iris Stiers: “Het huidige beheer van invasieve soorten kost de Europese Unie, invasieve diersoorten inbegrepen, jaarlijks meer dan 12 miljard euro. Dat zijn cijfers die je aan het denken zetten. Op dit moment zijn er te veel exotische waterplanten, te weinig wetenschappers en onvoldoende gegevens beschikbaar voor een succesvolle toepassing van de biologische controle. En daar willen wij met Bugs 2 the Rescue op inzetten. De verzamelde ecologische data vormen de basis van ons onderzoeksproject en we sleutelen ook aan een mogelijke wetgeving. Finaal is het de bedoeling om de biologische controle ook in ons land een belangrijke rol te laten spelen in de globale beheerstrategie van onze waterlopen.”

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto's: Bugs 2 the Rescue

page-square2--black Created with Sketch.