Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

In de weer met VLINDER-stations

Weer en klimaat zijn van groot belang voor onze maatschappij. Ze hebben een rechtstreekse invloed op ons functioneren en krijgen momenteel terecht aandacht. Krachtige supercomputers zorgden de laatste jaren voor steeds nauwkeurigere voorspellingen. Vlaanderen bezit bovendien een netwerk van betrouwbare weerstations. Maar deze stations staan meestal opgesteld in open en rurale omgevingen. VLINDER (VLaanderen IN DE weeR), een citizen science project van het eerste uur, wil daar verandering in brengen. Steven Caluwaerts, coördinator van VLINDER, wil een fijnmazig meetnetwerk uitbouwen met de hulp van scholen, burgers en wetenschappers.

VLINDER

Landgebruik en atmosfeer

Als onderzoeker verbonden aan de vakgroep Fysica en Sterrenkunde UGent licht Steven Caluwaerts het wetenschappelijk belang van het project toe: “Het bestaande KMI meetnetwerk bevat momenteel zeer nauwkeurige sensoren maar de meetpunten situeren zich eerder in landelijke omgevingen. Puur wetenschappelijk is het voor ons interessant om meetgegevens te vergelijken die in uiteenlopende omgevingen zijn opgemeten zoals binnensteden, industriële gebieden, havens, bossen of duingebied. Landgebruik, dus de afwisseling van bebouwing en groen heeft een invloed op onze atmosfeer. Een beter begrip van die interactie is wetenschappelijk van belang, zeker nu onze atmosferische modellen een hogere resolutie hebben.”

Scholen in de weer

VLINDER heeft de ambitie om in Vlaanderen en Brussel maar liefst 50 identieke, automatische weerstations uit te rollen in uiteenlopende omgevingen. Dat is uniek. Het is onbegonnen werk voor de onderzoekers om dit op grote schaal zelf te organiseren. Daarom is een goed onderbouwd citizen science project de oplossing.

Vlaamse secundaire scholen zullen de weerstations bouwen, een plaats geven op een interessante locatie en de metingen opvolgen. “Maar we zien de weerstations liever niet opgesteld op speelplaatsen. De meeste secundaire scholen zijn een combinatie van blokken en grasvelden, ze zijn met andere woorden niet representatief voor de omgeving waarin ze zich situeren. We moedigen scholen daarom aan om partners te zoeken, gemeenten, bedrijven en dergelijke. Op die manier kan de school bovendien met het project naar buiten komen”, vult Steven Caluwaerts aan.

In de diepte werken

Leerlingen kunnen zelf met de data aan de slag gaan en onderzoek doen. Hoe groot is het stedelijk hitte-eiland in Vlaanderen en merk je dit ook op in kleinere steden en dorpen? Wat is de invloed van zandgronden of de nabijheid van water op het weer? Vriest het vaak in bossen? Dat zijn de vragen die hen zullen boeien. “We willen echt in de diepte werken“, benadrukt Steven. “Er is nu wel aandacht voor weer en klimaat maar wij willen vermijden dat scholen en leerlingen het moeten stellen met oppervlakkige informatie.” Dus zullen er enkele lesconcepten over weer en klimaat uitgewerkt worden. Alle data zullen online vrij beschikbaar zijn. Iedereen (burgers, steden...) zal er mee aan de slag kunnen gaan. Op VLINDER events over heel Vlaanderen zullen wetenschappers bovendien lezingen geven over weer en klimaat.

Het project loopt als een trein: “Er is veel interesse, vooral vanuit Oost- en West-Vlaanderen, ook Antwerpen volgt goed. Vlaams-Brabant en Limburg scoren wat minder, maar ons zorgenkind is de stad Brussel. Ons project vond minder weerklank bij de Brusselse instanties en media en dat laat zich voelen. Nochtans is de Brusselse verstedelijkte omgeving voor ons wetenschappers zeer interessant. Brusselse scholen mogen zich zeker nog aanmelden.”

Extra sensoren

De betrokken wetenschappers zullen op basis van de meteorologische data meer inzicht krijgen in de rol van de omgeving op het weer. Maar er is meer, een uitgebreid automatisch netwerk in uiteenlopende landschappen is ook interessant voor andere onderzoekdomeinen. De modulaire opbouw van de VLINDER stations laat toe om het netwerk later uit te breiden voor de real-time monitoring en meting van andere parameters zoals luchtvervuiling en lichtpollutie. “We zullen de komende maanden een aantal tests doen en waar mogelijk een aantal extra sensoren toevoegen zodat we kunnen nagaan wat hun meerwaarde is. Van bij de aanvang van het project zijn we daarom ook in zee gegaan met twee extra wetenschappelijke partners, VITO voor de luchtvervuiling en de Vereniging voor Sterrenkundigen voor de lichthinder”, aldus Steven.

Er is in de wetenschappelijke wereld nog wat schroom of argwaan ten opzichte van burgerwetenschap. Het is daarom belangrijk dat het kenniscentrum de wetenschappelijke waarde van de citizen science projecten in Vlaanderen ten volle kan benadrukken.

Steven Caluwaerts, coördinator VLINDER

Ondersteunen en netwerken

Wat zijn verwachtingen zijn ten opzichte van Scivil, het kenniscentrum Citizen Science? Steven Caluwaerts heeft er duidelijk zicht op. Hij ziet twee duidelijke taken voor het centrum: algemene ondersteuning  en netwerkvorming. “Met vragen als ‘Hoe moet ik mijn doelgroep afbakenen? Hoe kan ik lesmateriaal aanbieden? Hoe gebruik ik sociale media?’ klop ik graag aan bij het kenniscentrum en anderzijds vind ik het verrijkend om andere onderzoekers te ontmoeten die door hetzelfde proces gaan en zo expertise op het vlak van citizen science uit te wisselen. Er is in de wetenschappelijke wereld af en toe nog wat schroom of argwaan ten opzichte van burgerwetenschap. Het is daarom ook belangrijk dat het kenniscentrum de wetenschappelijke waarde van de citizen science projecten in Vlaanderen ten volle kan benadrukken.”

Het VLINDER weerstation concreet

Voor de metingen gebruikt VLINDER een nauwkeurig weerstation, samengesteld door UGent. De meteorologische sensoren zijn hoogwaardig en meten temperatuur, relatieve vochtigheid, wind en neerslag. De communicatie loopt langs de nieuwste Internet of Things (IoT) technologie. De stroom wordt geleverd door een zonnepaneel met batterijsysteem. Een microcontroller van het Arduino type stuurt het meetstation aan. Is het VLINDER weerstation operationeel, dan zijn de metingen online te volgen.

Tot eind april 2019 kunnen de secundaire scholen inschrijven en eind mei 2019 zullen de VLINDER weerstations aan scholen toegekend worden. Na een demodag zullen er in het najaar 50 VLINDER stations door scholen gebouwd en geplaatst worden. Eind 2019 is het netwerk operationeel.

Meer weten over VLINDER?
VLINDER.UGent.be

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto's: An van Gijsegem

page-square2--black Created with Sketch.