Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Insecten en burgers: vrienden voor het leven

Jammer genoeg gebeuren de meeste ontmoetingen tussen insect en burger met de spuitbus in de aanslag. ‘De meeste mensen houden niet van insecten. Dat komt omdat ze zich niet bewust zijn van de belangrijke rol van insecten op het vlak van bestuiving of natuurlijke plaagbeheersing. Wij zetten de diertjes in de kijker en hopen daar zo verandering in te brengen.’ Aan het woord is Iris Paulus van het INVRIVI-team van HOGENT. INVRIVI staat voor ‘Insecten: vriend of vijand?’. Laat het alvast duidelijk zijn; hoe meer we weten over insecten hoe meer ze onze vrienden zijn.

Insecten Vriend of Vijand

In het kader van het burgerwetenschapsproject INVRIVI verzamelen burgers data over bladluizen. Waarom richten jullie zich bij HOGENT specifiek op bladluizen?

"Omdat bladluizen honingdauw produceren. Honingdauw is een kleverige reststof die bladluizen uitscheiden. Burgers ondervinden hinder van bomen in straten waar honingdauw op auto’s terechtkomt. Horecazaken vinden het dan weer een ‘vuil’ goedje op hun terrassen en tafels. Omwonenden dreigen vaak omwille van die hinder met rechtszaken en eisen het kappen van de bomen. Met andere woorden, de belangrijke rol die bomen spelen in het openbaar groen wordt overschaduwd door één klein insect. Bomen dragen bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. De overlast door de bladluis kan beperkt worden door het inschakelen van natuurlijke vijanden maar ook door al in de ontwerp- en aanlegfase een minder bladluisgevoelige boom te kiezen. Zo kunnen we op termijn het kappen van bomen vermijden."

Hoe kunnen burgers concreet assisteren in de zoektocht naar natuurlijke vijanden van de bladluis?

"Tijdens het project onderzoeken burgers met een boom in hun tuin of deze boom gevoelig is voor bladluizen. Op die manier kunnen we de bladluisgevoeligheid van een groot aantal boomsoorten in kaart brengen en richten we de aandacht op het nut van insecten.

Iedereen kan trouwens meedoen want je hoeft geen bladluis te herkennen, laat staan ze te tellen in je eigen boom. Geen ladders of hoogtewerkers nodig. Enkel één uurtje van je tijd elke maand in het groeiseizoen. Burgers krijgen van ons in de loop van de maand mei een monitoringspakketje opgestuurd en kunnen meteen aan de slag. In onderstaand filmpje vind je de proefopzet terug."

De natuur in evenwicht

Het meten van de honingdauwproductie door bladluizen is beperkt tot de warmere maanden. Kan er op jullie data een invloed zijn van langdurige weersomstandigheden zoals heel warme, droge of zelfs natte zomers?

"De staalnamen vinden plaats van mei tot september omdat de buitentemperaturen dan hoog genoeg zijn om bladluisactiviteit waar te nemen. Tijdens de droge en hete zomer van 2019 waren er opmerkelijk minder bladluizen. Om relevante resultaten te bekomen is het daarom belangrijk om de onderzoeksactiviteiten over meerdere jaren te laten plaatsvinden."

Klopt het dat lieveheersbeestjes goede bladluisbestrijders zijn en welke bestrijdingsmiddelen zijn volgens jullie absoluut te vermijden?

"Inderdaad, volwassen lieveheersbeestjes voeden zich met bladluizen maar ook hun larven zijn goede bladluisbestrijders. Er zijn trouwens nog een heleboel andere insecten die zich voeden met bladluizen. Zo blijkt uit de resultaten van BEBLABO (een onderzoeksproject dat het beheer van bladluizen op laanbomen in kaart brengt) dat gaasvlieglarven minstens even goed zijn in het bestrijden van bladluizen. Ook de larve van de zweefvlieg, oorworm, roofwants, sluipwesp, loopkevers, kortschildkevers en weekschildkevers hebben bladluizen op het menu. Eigenlijk willen we onze burgers ervan overtuigen dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen in eigen tuin niet nodig is. De natuur houdt zichzelf in evenwicht. De voor ons minder nuttige insecten of plaaginsecten zijn het voedsel van onze nuttige insecten. Dus ingrijpen is eigenlijk uit den boze. Indien het echt noodzakelijk is om toch in te grijpen, raden we een professionele tuinaannemer aan."

STEM koffers voor lager onderwijs
STEM koffers voor secundair onderwijs

@HOME of @SCHOOL?

Het INVRIVI-project is opgebouwd uit 2 luiken: INVRIVI@HOME voor burgers thuis en IVRIVI@SCHOOL voor leerlingen die jullie assisteren bij het vangen en determineren van allerlei insecten. Was het een bewuste keuze om leerlingen en scholieren bij het project te betrekken?

"Absoluut! Kinderen en jongeren zijn de toekomst. Het is heel belangrijk om ook hen bewust te maken van het belang van insecten. Met een INVRIVI-koffer gaan zij aan de slag in hun eigen school of in een park in de buurt. Leerlingen uit de basisschool gaan met loeppotje en zoekkaart op zoek naar allerlei insecten en bepalen hun soort. Het groepje dat zoveel mogelijk verschillende insecten heeft gevangen wint en krijgt een PolCosmobutton! In het secundair onderwijs bepalen leerlingen de biodiversiteitsindex van hun school. Dit doen ze door verschillende vallen te plaatsen en klassikaal een index te berekenen."

Hoe is het momenteel gesteld met de kennis van jongeren over insecten? Voel je interesse bij de scholen, leerkrachten en directies?

"De kennis varieert maar is meestal beperkt. En onbekend is onbemind… Maar er is heel wat interesse bij de scholen, de koffers geraken vlot ontleend. We geven bovendien ook ‘teach-the-teacher’-sessies waarin de werking van onze INVRIVI-koffer wordt toegelicht en er aandacht gaat naar het (h)erkennen van insecten."

Wat is jullie streefdoel qua data? Hoeveel data zijn nodig om te spreken over statistisch relevante stalen?

"In 2019 mikten we op 250 deelnemers voor INVRIVI@HOME, dit is gelukt. In 2020 gaan we voor een verdubbeling, we streven naar 500 deelnemers. Lezer, bent u al ingeschreven? Onze INVRIVI-koffers zijn in 2019 door 57 secundaire en 70 basisscholen uitgeleend. In 2020 willen we opnieuw zo’n 140 scholen bereiken. De extra deelnemers volgend jaar zullen ons naar statistisch relevante resultaten leiden."

Bestrijding? Natuurlijk!

Op basis van die data wensen jullie finaal adviezen te geven over alternatieve, milieuvriendelijke manieren om bladluispopulaties onder controle te houden? 

"Klopt. De resultaten van het INVRIVI-project zullen vergeleken worden met de resultaten van het BEBLABO-project. In dit praktijkgericht onderzoeksproject aan HOGENT worden verschillende uitzetstrategieën van natuurlijke vijanden in de praktijk uitgetest. Daarnaast wordt de bladluisgevoeligheid van een 15-tal boomcultivars in boomkwekerijen onder de loep genomen. Alle resultaten samen zullen leiden tot praktische adviezen om bladluizen op een natuurlijke manier te bestrijden."

Zijn groendiensten en telers vragende partij om deze adviezen te ontvangen?

"Sinds het verbod op chemische gewasbescherming mogen groendiensten het openbaar groen niet meer chemisch behandelen. Anderzijds nemen groenwerkers de klachten van bewoners ernstig en zijn ze op zoek naar manieren om er mee om te gaan.

Ook boomtelers staan open voor alternatieve manieren om bladluizen te beheersen. De honingdauw die bladluizen op hun bomen achterlaten zijn een voedingsbron voor roetdauwschimmels. Die schimmels verlagen niet alleen de esthetische waarde van de bomen maar veroorzaken ook een daling in de fotosynthetische capaciteit. We spreken hier dus echt over een win-winsituatie."

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is in eigen tuin niet nodig. De natuur houdt zichzelf in evenwicht. De voor ons minder nuttige insecten of plaaginsecten zijn het voedsel van onze nuttige insecten. Dus ingrijpen is eigenlijk uit den boze.
 

Iris Paulus

Een netwerk rond (insecten-)kennis

Hoe mobiliseren jullie zoveel mogelijk deelnemers en hoe krijgen deelnemers feedback?

"Naast onze website en onze berichten op sociale media zijn wij ook aanwezig op natuurstudiedagen en events. Op het WoooW Wetenschapsfestival tijdens Dag van de Wetenschap maakten kinderen en ouders op onze stand insectenhotels en keken ze in de microscoop van heel dichtbij naar insecten om zo bijvoorbeeld te ontdekken dat die kever écht wel grote kaken heeft. In ons INVRIVI@HOME luik krijgen deelnemers trouwens maandelijks een nieuwsbrief met insectenweetjes en voorlopige resultaten van het onderzoek. Op het einde van het seizoen organiseren we ook een infomoment en binnenkort volgt onze kerstnieuwsbrief."

Hebben jullie al heel wat expertise inzake citizen science verworven bij de uitrol van dit project? Kan Scivil bepaalde lacunes opvullen?

"Wij hebben al enorm veel opgestoken over citizen science. Vooral het communiceren naar een breed publiek was in het begin voor ons een echte uitdaging. Communicatie is een wetenschap op zich en heel tijdsintensief. We zijn daarom heel blij dat iemand uit ons team zich hierop focust. INVRIVI@SCHOOL loopt verrassend vlot, leerkrachten zijn op zoek naar kant-en-klaar lesmateriaal dat ze meteen in de leerplannen kunnen integreren. Scivil speelt wat ons betreft een belangrijke rol in de ondersteuning van burgerwetenschapsprojecten op het vlak van netwerkvorming en communicatie. Zij brengen ons met de juiste mensen in contact en reiken extra communicatietools aan."

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto's: An van Gijsegem

Meer weten over INVRIVI?
Hogent.be/invrivi
page-square2--black Created with Sketch.