Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Leerwinst boeken door aan burgerwetenschap te doen

Scholen duiken steeds vaker op in citizen science projecten, tot grote tevredenheid van de wetenschappelijke wereld. De onderwijswereld is een belangrijke partner om de datacollectie van projecten op te schalen of om de aandacht voor een wetenschappelijk of maatschappelijk probleem te vergroten. Scholen van hun kant zien in hun deelname een uitgelezen kans om de onderzoekscompetenties van hun leerlingen aan te scherpen. Hoe maak je van zo’n samenwerking een succes voor beide partijen en wat zijn de opportuniteiten en de valkuilen? Scivil werkt aan een educatiegids die op dat vlak klare wijn schenkt en deed beroep op onderwijsspecialisten met ervaring om die samen te stellen. 

Airbezen@School

De nieuwe Educatiegids van Scivil, voluit ‘Citizen Science in het onderwijs’ wil onderzoekers uitvoerig informeren over de werking van het onderwijs en over de mogelijkheden om burgerwetenschapsprojecten op een kwalitatieve manier in het onderwijs uit te rollen. De Educatiegids helpt scholen en leerkrachten bovendien om gericht projecten te selecteren die aansluiten bij de leerverwachtingen van hun leerlingen. Leerwinst boeken door aan burgerwetenschap te doen, dat is voor alle partijen een mooi resultaat. Tot die conclusie komen de samenstellers van de Educatiegids. Philippe Bastiaenssens, onderzoeker & praktijklector educatieve bachelor secundair onderwijs, Mart Doms, onderzoeker & lector educatieve bachelor lager onderwijs, beiden verbonden aan de Karel de Grote Hogeschool en Filip Mennes, lector wereldoriëntatie lerarenopleiding lager onderwijs van Odisee, stelden hun expertise ter beschikking, ook in dít gesprek. 

De perfecte win-win


Er bestaat wellicht geen betere manier om de meerwaarde van citizen science in het onderwijs te illustreren dan door voorbeelden te geven. Welke inspirerende voorbeelden hadden jullie zelf voor ogen bij het samenstellen van de nieuwe Educatiegids? 

Filip Mennes: Het meest in het oog springende voorbeeld voor mij is waarnemingen.be. Kinderen zoeken dieren, planten, paddenstoelen bij hen in de buurt, benoemen ze met de herkenningssoftware en laden ze op zodat beheerders, wetenschappers en beleidsmakers er mee aan de slag kunnen. Een perfecte win-win, een schat aan data voor onderzoekers en een verrijking van de leefwereld van de kinderen.
Philippe Bastiaenssens: In het project Vlinder gaat men op dat vlak nog een stukje verder. Scholen gingen aan de slag op locaties in Vlaanderen waar nog geen registratie van meteorologische data bestond. Geselecteerde scholen ontvingen een pakket om een weerstation te bouwen, de leerlingen installeerden het station op de toegewezen locatie en controleerden de correcte werking ervan. Met de verzamelde data verwierven ze meer inzicht in het achterliggende technisch proces en de wetenschappelijke onderzoeksmethode. Sommige leerlingen ontwierpen hun eigen weerstation en vergeleken de wetenschappelijke kwaliteit van beide modellen.
Mart Doms: Ik vind het niet eenvoudig om één citizen science project te vermelden, er zijn enorm veel interessante burgerwetenschapsprojecten in België, Europa en bij uitbreiding de  wereld. Toch wil ik één specifiek project uit een weinig ontgonnen domein vermelden, het Zweedse ‘The News Evaluator’. In dit massa-experiment bestudeerden onderzoekers en leerlingen het nieuws op de online nieuws-feeds van jongeren. Met een digitale tool inventariseerden en beoordeelden leerlingen de geloofwaardigheid van het nieuws op een wetenschappelijke manier. Het project resulteerde in een evidence-based digitaal instrument dat zowel door scholen als door het grote publiek kan worden gebruikt om kritisch om te gaan met digitaal bronmateriaal. Bij citizen science projecten denken we meestal aan natuurwetenschappelijke onderzoeken en hoewel die razend interessant zijn, doet dit de mogelijkheden van citizen science ernstig tekort. ‘The News Evaluator’, een project in de sociale wetenschappen, is daar voor mij een mooi voorbeeld van.

Er is het onmiskenbare voordeel dat leerlingen een inkijk krijgen in hoe wetenschap ‘echt’ werkt. Bepaalde vooroordelen kunnen sneuvelen: onderzoekers zijn niet altijd mannen met een baard in een witte labo-jas, die dag in dag uit met erlenmeyers en bunsenbranders goochelen.

Filip Mennes

Eigenaarschap
 
Onderzoekscompetentie is een ruim containerbegrip, in welke mate kan citizen science deze leerdoelstelling invullen en kan dat met oog voor de leefwereld van de leerlingen, de expertise van de leerkrachten en de eigenheid van een schoolomgeving? 

Philippe Bastiaenssens: De Vlaamse sleutelcompetenties houden in dat jongeren zich bekwamen in het wetenschappelijk onderzoeksproces. Dit betekent dat zij niet enkel over bepaalde motorische en cognitieve vaardigheden moeten beschikken om bijvoorbeeld meetinstrumenten te hanteren of onderzoeksdata te interpreteren, maar dat zij ook zelf inzichten moeten kunnen opbouwen en toepassen in de wetenschappelijke onderzoeksmethode. Leerlingen moeten dus probleemoplossende denk- en werkstrategieën gebruiken en eigenaarschap opnemen van hun leerproces. Dat is net de reden waarom open, authentieke leercontexten wenselijk zijn. Deelname aan een citizen science project kan die vereisten inlossen: de leerlingen worden betrokken bij lopende wetenschappelijke onderzoeken en de projecten zijn een leerinstrument om onderzoekscompetenties te ontwikkelen.
Mart Doms: Onderzoek in een authentieke context aanbieden is niet altijd eenvoudig voor leerkrachten. Deelnemen aan een burgerwetenschapsproject vult die nood in. Het is wel belangrijk dat leerkrachten de vertaalslag van het project maken naar hun eigen onderwijs- en klascontext.
Filip Mennes: En er is het onmiskenbare voordeel dat leerlingen een inkijk krijgen in hoe wetenschap ‘echt’ werkt. Bepaalde vooroordelen kunnen sneuvelen: onderzoekers zijn niet altijd mannen met een baard in een witte labo-jas, die dag in dag uit met erlenmeyers en bunsenbranders goochelen.

Fietser zet fietshelm op met oversteekplaats aan een school op de achtergrond.

Het Fietsbarometer project daagt leerlingen uit om hun fietsroutes naar school onder de loep te nemen.

Interactie en co-creatie

Wat zijn de valkuilen die, zowel voor scholen als onderzoekers, opduiken bij de realisatie van een citizen science project in het onderwijs? 
 
Philippe Bastiaenssens: Als we de ontwikkeling van onderzoekscompetenties bij de leerlingen voor ogen houden, dan is een minimale interactie nodig met het onderzoek zelf. Het is soms een misvatting dat interactie onmogelijk is door het strenge, protocollaire karakter van de wetenschappelijke meetmethoden en analyse van data. Nochtans zijn er  interacties denkbaar waarbij leerlingen parallelle denk- en werkprocessen uitvoeren en het lopende onderzoek als referentiekader functioneert. Nogal wat leerkrachten ervaren hoge drempels om aan een citizen science project deel te nemen. Overleg met wetenschappers vóór en tijdens het project, uitwisseling van ervaringen met andere deelnemers en langdurige, gebruiksvriendelijke toegankelijkheid van de onderzoeksdata kunnen die drempel fors verlagen.
Filip Mennes: Een wetenschapper die naar de klas komt schept hoge verwachtingen. Is de data-verzameling te lang of te repetitief, dan kan dat demotiverend werken. Het is dus een uitdaging om leerlingen niet enkel te betrekken bij datacollectie maar hen ook te engageren in de creatieve stappen van het onderzoeksproces.  
Mart Doms: Daar sluit ik me bij aan. Op dit moment hebben vele burgerwetenschapsprojecten prachtige, kant-en-klare educatieve pakketten, waarmee leerkrachten meteen aan de slag kunnen. Een valkuil van het uitsluitend aanbieden van deze pakketten aan scholen, is het onbenut laten van extra leerkansen bij deelname aan een citizen science project. Het is zeker te overwegen om het educatieve luik van een citizen science project in co-creatie te ontwikkelen met leerkrachten, leerlingen en andere stakeholders.

Leerkracht als coach

Welk kader is nodig om citizen science optimaal in het onderwijs te introduceren? Gaat het eerder om infrastructuur, om een beleidsomgeving of om financiële ondersteuning en engagement van externe partners? 
 
Philippe Bastiaenssens: Voor wetenschappers én voor leerkrachten is het belangrijk om de relevantie voor het onderwijs voldoende in de verf te zetten. Zo verhoog je de kans op dataopschaling en overtuig je leerkrachten dat het loont om kostbare lestijd te spenderen aan deelname, zonder dat de vrees ontstaat dat de realisatie van de leerdoelen in het gedrang komt. Nog een niet te verwaarlozen aspect is de planning en organisatie. Er moet voldoende (ononderbroken) tijd zijn om aan het project te werken.
Filip Mennes: En infrastructuur, aandacht voor de mogelijkheid voor leerkrachten om in contact te komen met onderzoekers en vice versa.
Mart Doms: Inderdaad, het uitspreken en bewust worden van elkaars belangen bij de samenwerking is cruciaal, met een digitale of fysieke ontmoetingsplaats voor onderzoeker en leerkracht, voor deelnemende leerkrachten onderling, om mekaar te inspireren, te steunen en te enthousiasmeren. De financiële ondersteuning moeten we ook onderwerp van gesprek maken. Scholen hebben vaak weinig tot geen middelen om te besteden aan een citizen science project. Projectaanbieders zijn zich hier best bewust van, maak het bespreekbaar, zoek naar kansen tot financiering of pas het opzet aan om tot een lager kostenplaatje te komen.

Voor wetenschappers én voor leerkrachten is het belangrijk om de relevantie voor het onderwijs voldoende in de verf te zetten.

Philippe Bastiaenssens

Welke onderzoeksinzichten willen jullie concreet delen met wie in het onderwijs van start wil gaan met een citizen science project? 
 
Philippe Bastiaenssens: De deelname aan een citizen science project heeft veel voordelen;  het ervaren van een authentiek onderzoeksproces, het verwerven van inhoudelijke kennis over onderzoeksthema’s, over de wetenschappelijke keuzes, hindernissen, oplossingen en gebruikte methoden, het verhogen van het inzicht in de maatschappelijke relevantie, het formuleren van nieuwe onderzoeksvragen, enz. Om de leerwinst te maximaliseren is het noodzakelijk om de leerlingenparticipatie voldoende hoog te houden en didactisch en structureel in de lesmaterialen in te bedden. De leerkracht is in dit hele proces eerder een  coach dan een verstrekker van kennis.
Mart Doms: Kennisdeling en community-vorming zijn van belang om de mogelijkheden van deelname aan een burgerwetenschapsproject voor het voetlicht te plaatsen. Goede voorbeelden werken inspirerend en motiverend en uit ons eigen praktijkgericht onderzoek blijkt dat als je inzet op actieve leerlingenparticipatie, met eigenaarschap voor de leerlingen, je tot echte leerwinst komt. 
Filip Mennes: Dat de leerkracht eerder een coach dan kennisverstrekker is in dit proces kan ik zeker beamen. Het loont om even de touwtjes te lossen, het doelgericht werken even opzij te zetten om te beseffen dat je ‘onderweg’ veel leerdoelen kunt bereiken. Het is niet nodig om als leerkracht alles van naaldje tot draadje te weten over het onderzoeksonderwerp. Dat leerkrachten bijleren en openstaan voor nieuwe ideeën is  trouwens een mooie visie en spiegel voor de leerlingen.

Meer lezen over citizen science in het onderwijs?

Het Britec project onderzocht de toepassing van citizen science in de klas in verschillende Europese landen en bracht in 2021 een MOOC uit met hun bevindingen en praktische tips voor leerkrachten en onderzoekers. Lees 'A Roadmap to Citizen Science Education' hier.

Tijdens onze Netwerkdag lanceren we onze eigen gids rond het implementeren van citizen science in het onderwijs. Wil jij er ook bij zijn op 15 november?

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto's: An Van Gijsegem

Lancering van de nieuwe gids
De netwerkdag
page-square2--black Created with Sketch.