Menu Sluit menu
< terug naar succesverhalen

Wetenschap in je achtertuin

Tuinen bleven de laatste decennia vaak onopgemerkt door onderzoek en beleid. De meeste privétuinen liggen als eilandjes verborgen achter gebouwen en afsluitingen. Maar vele kleintjes maken één groot. Wie in Vlaanderen over de grenzen van de tuinpercelen heen kijkt, ziet een tuinmozaïek met een krachtig potentieel als groene structuur.

Kenniscentrum tuin+ (Erasmushogeschool Brussel) vertrekt van dit potentieel om het burgerwetenschapsproject ‘Mijn Tuinlab’ te lanceren samen met Natuurpunt en KU Leuven. Mensen kunnen hun tuin aanmelden bij dit platform. Ze houden er op één centrale plaats relevante informatie over hun tuin bij, krijgen tuinadvies en kunnen via het platform deelnemen aan verschillende burgerwetenschapsprojecten.

Wij spraken met Paul Verschueren van de Erasmushogeschool Brussel, de bezielde coördinator van ‘Mijn Tuinlab’ en vernamen zo waarin tuinen groot kunnen zijn.

Mijn Tuinlab - c. Erik Vervoort

Wat is het uitgangspunt van het project ‘Mijn Tuinlab’?

Ongeveer 9% van het Vlaamse grondgebied bestaat uit tuinen. Tuinen kunnen dus in hun totaliteit een belangrijke bijdrage leveren tot biodiversiteit, de kwaliteit van onze leefomgeving en tot klimaatadaptatie en -mitigatie. Maar dan moeten we meer weten over die tuinen en moeten tuineigenaars, -gebruikers en -beheerders zich bewuster zijn van hun rol in het grotere geheel. Kortweg kan je zeggen dat we met ‘Mijn Tuinlab’ drie doelstellingen voor ogen hebben: de wetenschap tot in de achtertuin van mensen brengen, het interdisciplinair tuinenonderzoek ontwikkelen en tuineigenaars, -gebruikers en -beheerders motiveren om hun gedrag waar wenselijk op een positieve manier aan te passen.

Wat is het potentieel van wetenschappelijk onderzoek naar tuinen? 

Meestal worden tuinen gezien als ongrijpbare, individuele objecten in het landschap. Maar als we over de grenzen van individuele percelen heen kijken, zien we een grote groene structuur met veel strategisch potentieel. Dan is meteen duidelijk dat ‘het tuinenlandschap’ in zijn geheel kan bijdragen tot het oplossen van grote uitdagingen, zoals klimaatadaptatie en het behoud en de versterking van de biodiversiteit. Op dit strategisch potentieel heeft Valerie Dewaelheyns in haar doctoraat aan de KU Leuven gewezen en dat verder onderzoeken is een van de drijfveren van ‘Mijn Tuinlab’.

Welke onderzoeksgroepen zijn momenteel betrokken? Plannen jullie een interdisciplinaire aanpak?

Momenteel werken we het project uit met drie partners – Kenniscentrum tuin+ van de Erasmushogeschool, KU Leuven en Natuurpunt. Maar het is ook onze bedoeling en uitdrukkelijke wens dat andere partners met eigen onderzoeksprojecten op ‘Mijn Tuinlab’ aansluiten. In tegenstelling tot andere burgerwetenschapsinitiatieven zijn we dus niet één project, maar een platform waarvan iedereen met een onderzoeksvraag over tuinen in principe gebruik kan van maken. Ons doel is ook om op langere termijn een echte community van ‘burgerwetenschappers in de tuin’ te ontwikkelen.

Gezond gedrag stimuleren

Hoe is het momenteel gesteld met de biodiversiteit van onze tuinen in Vlaanderen? Welke gedragsveranderingen zijn bijvoorbeeld wenselijk?

Meestal worden tuinen gezien als ongrijpbare, individuele objecten in het landschap. Maar als we over de grenzen van individuele percelen heen kijken, zien we een grote groene structuur met veel strategisch potentieel. Dan is meteen duidelijk dat ‘het tuinenlandschap’ in zijn geheel kan bijdragen tot het oplossen van grote uitdagingen, zoals klimaatadaptatie en het behoud en de versterking van de biodiversiteit. Op dit strategisch potentieel heeft Valerie Dewaelheyns in haar doctoraat aan de KU Leuven gewezen en dat verder onderzoeken is een van de drijfveren van ‘Mijn Tuinlab’.

Welk voordeel hebben tuineigenaars om aan te sluiten op het portaal en een tuinprofiel in te geven? Geven jullie feedback? Kan elke eigenaar zelf bepalen aan welke onderzoeken hij of zij meedoet?

Geregistreerde burgers op ‘Mijn Tuinlab’ brengen hun tuin in kaart en beslissen dan zelf aan welke projecten ze deelnemen. Ze krijgen ook tips op basis van hun tuinprofiel. Daarmee kunnen ze de ecosysteemdiensten van hun tuin verbeteren. Bij ecosysteemdiensten gaat het om voordelen die de natuur ons biedt. Als we die ecosysteemdiensten versterken, plukken we daar zelf de vruchten van. Ecosysteemdiensten waar ‘Mijn Tuinlab’ op focust zijn onder meer bestuiving, koolstofopslag, voedselproductie en natuurbeleving.

Elke Vlaming heeft een baksteen in zijn maag en een tuin in zijn hart, neen? Verwachten jullie dat men open zal staan voor suggesties i.v.m. beheer, gedrag, aanplanting e.d.?

Nieuwe informatie is een belangrijke trigger voor gedragsverandering. Veel van wat nu in tuinen ecologisch niet goed loopt, is het gevolg van gewoonte of gebrek aan kennis. Door burgers nieuwe inzichten bij te brengen én die te koppelen aan eenvoudige, concrete acties, is gedragsverandering zeker mogelijk.

In tegenstelling tot andere burgerwetenschapsinitiatieven zijn we dus niet één project, maar een platform waarvan iedereen met een onderzoeksvraag over tuinen in principe gebruik kan van maken. Ons doel is ook om op langere termijn een echte community van ‘burgerwetenschappers in de tuin’ te ontwikkelen. 

Paul Verschueren, onderzoeker bij Mijn Tuinlab

'Mijn Tuinlab' en het onderwijs

Welke rol speelt het onderwijs in jullie project?

De afdeling Geografie en toerisme van de KU Leuven werkt momenteel aan lespakketten met oefendatasets voor scholen, die we via ‘Mijn Tuinlab’ zullen aanbieden. We gaan zo leerkrachten uit het middelbaar onderwijs stimuleren en helpen om met hun leerlingen van de derde graad aan tuinonderzoek te doen. Een individuele school kan ook een projectpartner met een eigen onderzoeksproject op ‘Mijn Tuinlab’ worden.

Faciliteren van andere burgerwetenschapsprojecten

Hoe willen jullie andere burgerwetenschapsprojecten in tuinen faciliteren? Door interactie te stimuleren en resultaten uit te wisselen?

Interdisciplinair tuinenonderzoek ontwikkelen is een van onze hoofddoelstellingen. We willen daar met ‘Mijn Tuinlab’ een katalysator en platform voor zijn. Het is niet alleen de bedoeling dat we verschillende projecten op ‘Mijn Tuinlab’ samenbrengen, maar ook dat er tussen de projecten een wisselwerking ontstaat. We streven naar het maximaal delen van resultaten, zodat projecten elkaar kunnen verrijken en nieuwe, relevante onderzoeksvragen aan het licht kunnen komen. Alle resultaten van alle projecten worden op de website gepubliceerd en zullen voor iedereen toegankelijk zijn.

Wetenschappers die aan de nieuwe EWI oproep Citizen science meedoen met een onderzoeksproject over of rond tuinen (planten, dieren, water, bodem, tuinieren, gezondheid, enz.) kunnen ons zeker contacteren.

Door van ons platform gebruik te maken, kunnen ze de kosten voor de ontwikkeling van een online toepassing en de werving van respondenten drukken, en dus de start en de ontwikkeling van een project vergemakkelijken en versnellen. Wij bieden een standaardoplossing voor eenvoudige onderzoeksvragen en kunnen daarnaast complexere toepassingen via API aan ons platform koppelen. Onze meerwaarde is dat we een open platform voor burgerwetenschap in tuinen zijn. Bovendien zitten we met onze timing goed, want als alles goed gaat hebben we tegen het eind van de zomer een volledige website online en beginnen we met de rekrutering van tuingebruikers. We mikken op 10.000 burgerwetenschappers.

Het kenniscentrum tuin+ van de Erasmushogeschool is coördinator van ‘Mijn Tuinlab’. Wetenschappers die interesse hebben en willen aansluiten sturen best een mailtje naar tuin.plus@ehb.be.

Tips & tricks

Wat zijn de tips die jullie nu al kunnen meegeven aan wie een burgerwetenschapsproject opzet en op welk vlak wensen jullie ondersteuning van Scivil? 

Bij een burgerwetenschapsproject komen, naast het wetenschappelijke, allerlei praktische, technische, beheersmatige, communicatieve en juridische aspecten kijken. De tijd en het budget die nodig zijn om alles georganiseerd te krijgen, mag je absoluut niet onderschatten. Omdat wij als platform werken, ligt het bij ons ook nog allemaal net iets ingewikkelder.

Wat ons betreft helpt SCivil zeker bij de bekendmaking. Maar zij kunnen ook expertise en ervaringen bundelen, bijvoorbeeld wat betreft de aanpak van privacy in burgerwetenschapsprojecten. Met hun werking sturen ze het bestaande netwerk van burgerwetenschapsinitiatieven aan en stimuleren ze de ontwikkeling ervan. Daar steken we heel wat van op.

Tuinlab dashboard
Meer weten over Mijn Tuinlab?
MijnTuinlab.be

Interview en tekst: Hilde Devoghel (Tales and Talks)

Foto's: An van Gijsegem

page-square2--black Created with Sketch.