Menu Sluit menu

Dataverzameling

Dataverzameling

Het data-aspect van een citizen-scienceproject kan je indelen in verschillende stappen: de dataverzameling, -bewaring, -verwerking, en -visualisatie. We stippen in de volgende pagina's enkele tools aan die horen bij deze stappen. 

Dataverzameling: nieuwe data

Wanneer burgers helpen in de fase van dataverzameling, zorgen zij rechtstreeks voor nieuwe gegevens. Dit kan gebeuren via sensoren, aan de hand van een app of zelfs met pen en papier. Die laatste methode kan soms de beste oplossing zijn, bijvoorbeeld wanneer geautomatiseerde detectie een probleem zou kunnen vormen voor de privacy. Denk aan het registreren van voertuigen en voorbijgangers in een straat.

Sommige citizenscience-initiatieven gebruiken apps om het hun deelnemers gemakkelijker te maken: via ObsIdentify kunnen gebruikers foto’s nemen van organismen, zoals planten, dieren en zwammen, die de applicatie automatisch herkent en toevoegt aan de databank van Waarnemingen.be. Ook de (internationale) applicatie Marine Debris tracker, waarin je elk stukje zwerfvuil dat je tegenkomt kan ingeven, is een voorbeeld van zo’n citizenscience-applicatie. 

Tip: Als je toch zelf een applicatie of platform wil (laten) bouwen, mag je de kosten daarvan niet onderschatten. Verschillende online tools laten je toe om een ruwe berekening te maken van ontwikkelingskosten voor mobiele apps:

 

Een citizenscience-applicatie bouwen kan ook met behulp van deze online tools: 

De meest geavanceerde meettechniek loopt via sensoren: er zijn er honderden op de markt en vaak is het moeilijk om door de bomen het bos te zien. Er bestaan sensoren in alle prijsklassen, van simpele toestellen van een paar euro tot professionele opstellingen van duizenden euro's. Je vraagt je dus best eerst af wat een sensor moet kunnen meten - en met welke precisie en juistheid - om jouw wetenschappelijk vraagstuk op te lossen. Ook hier moet je weer de afweging maken tussen datakwaliteit, prijs, haalbaarheid en datahoeveelheid. In verschillende instituten, zoals imec en VMM, werkt men aan methoden om low-costsensoren te kalibreren aan de hand van professionele meetapparatuur. Ook bij het project Telraam toetste men recent de performantie van de sensoren aan een sensor van de politie, en zag men een foutenmarge van 10%.

Voor een uitgebreide lijst met sensoren voor citizen-scienceprojecten verwijzen we naar de studie van PWC. Deze studie is beschikbaar vanaf juni 2021. Vergeet geen aandacht te besteden aan de duurzaamheid van een sensor, de vereiste weerbestendigheid en onderhoudsinspanningen, nadat de sensor geïnstalleerd is.

Tip – Het meten van luchtkwaliteit: 

Voor luchtkwaliteit bestaat reeds een online tool, Hoemeetiklucht.eu, die je introduceert in de verschillende meetmethoden en die je ook kan gebruiken in je communicatie naar citizen-sciencedeelnemers. Via deze tool (zie sensoren voor fijn stof , en sensoren voor NO2) vind je ook de resultaten terug van het onderzoek dat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) uitvoerde naar de kwaliteit van verschillende sensoren. Voor een volledig overzicht kan je ook rechtstreeks naar de website van het Life-VACUUMS project gaan. De VMM biedt aan citizen-scienceprojecten ook de mogelijkheid om de officiële meetstations voor luchtkwaliteit te gebruiken om low-costsensoren te kalibreren (testen). Het loont de moeite om ook een kijkje te nemen naar het netwerk van sensor.community, een internationaal open netwerk van luchtkwaliteitsmetingen uitgevoerd door citizen-scientists, waar onder andere de projecten Leuvenair en HasselAir mee verbonden zijn.
 

Naar de volgende pagina: Databronnen

page-square2--black Created with Sketch.