Menu Sluit menu

Waarom?

Waarom?

De belangrijkste reden om een citizenscience-initiatief op te zetten, is om iets te onderzoeken. Citizen science is een methode om wetenschappelijke data te verzamelen die unieke voordelen biedt. Hier hebben we het voorlopig nog in algemene termen over de beweegredenen om aan citizen science te doen. In het volgende hoofdstuk brengen we specifieke voordelen voor lokale besturen naar voren.

Curieuzeneuzen in de tuin

Foto: An Van Gijsegem

Onderzoek met meer data en op nieuwe plaatsen

Citizen science kan met behulp van een grote groep burgerwetenschappers veel meer data verzamelen of verwerken dan een kleine groep professionele onderzoekers alleen zou kunnen. Denk maar aan grootschalige projecten als Waarnemingen.be, waar dagelijks duizenden observaties en foto’s van Belgische planten en dieren worden toegevoegd. Of het DoeDat-platform, waar duizenden vrijwilligers van achter hun computerscherm foto’s en scans annoteren en transcriberen.


Een tweede voordeel van citizen science is dat het toegang kan verlenen tot plaatsen, mensen en inzichten die minder gemakkelijk bereikt kunnen worden met traditionele methodes. Zo ontstond Mijn Tuinlab omdat onderzoekers inzicht wilden krijgen in de biodiversiteit, waterdoorlaatbaarheid en het koelend effect van privétuinen, die 9% van de oppervlakte in Vlaanderen beslaan. In de Amsterdamse wijk Slotermeer kreeg het Nederlands Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu weinig reactie op de gezondheidsbevragingen die ze er organiseerden, totdat ze gingen samenwerken met een diverse groep bewoners van Slotermeer. Zij werden opgeleid om vragenlijsten af te nemen bij hun buren en samen met hen na te denken over wat er nodig was om de buurt groener en gezonder te maken. (Gezond Slotermeer)


Data verzameld met citizen science kan voor steden en gemeenten bijzonder waardevol zijn. Citizen science kan een toepassing vinden in alle fasen van de beleidscyclus. Dit aspect wordt uitgebreid behandeld in het tweede hoofdstuk van dit draaiboek.

Venndiagram met de drie doelen van citizen science

Onderzoek is het belangrijkste doel van citizen science, maar educatie en impact zijn belangrijke bijkomende effecten.

Terwijl het verwerven van nieuwe data en inzichten centraal staat in citizen science, komen er vrijwel altijd twee andere doelen aan bod: educatie en impact. 

Educatie en sensibilisering

Citizen-scienceprojecten zijn van nature erg leerrijk. Aangezien burgerwetenschappers zelf aan de slag gaan met een wetenschappelijk methode, steken ze daar bijna automatisch erg veel over op. Ze leren niet alleen inhoudelijk bij over wat ze onderzoeken, maar krijgen ook inzicht in het onderzoeksproces. Daarmee kan citizen science bij de deelnemers het vertrouwen in de wetenschappelijke methode versterken, hun kritische zin aanscherpen en een dam opwerpen tegen desinformatie. 


Natuurlijk moeten citizen-scienceprojecten sterk investeren in de opleiding van hun burgerwetenschappers. Projecten die dat niet doen, kunnen rekenen op een snelle terugval van het aantal deelnemers (die het onderzoek gefrustreerd laten vallen), maar ook op incorrect verzamelde of inconsistente data, waaruit men weinig waardevolle inzichten kan halen.
 

Maatschappelijke impact


Projecten die onderzoek doen naar onderwerpen in de directe omgeving van de burgerwetenschappers, kunnen vaak gemakkelijker nieuwe deelnemers rekruteren. Het succes van mobiliteitsmetingen als Straatvinken en Telraam of luchtkwaliteitsmetingen als CurieuzeNeuzen en de Luftdaten initiatieven in Vlaanderen tonen dat aan. De burgerwetenschappers dragen in deze projecten niet alleen bij aan de grootschalige dataset, maar ze krijgen ook inzicht in hoe het specifiek gesteld is met het verkeer en de luchtvervuiling in hun straat. 


Dat deze regel niet altijd opgaat, bewijst het enorme succes van citizenscience-initiatieven met een minder directe plaatselijke impact, zoals we ze op Zooniverse  VeleHanden of Doedat kunnen vinden. 


Toch valt het op dat er naast deze grootschalige projecten heel wat lokale en relatief kleinschalige meetinitiatieven ontstaan, vaak vanuit een plaatselijke bezorgdheid. Het kan gaan om buurtbewoners die zich zorgen maken over de kwaliteit van het water in hun rivieren en grachten, zich storen aan een vieze geur of die willen weten hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit in hun stad. Deze metingen vertrekken meestal vanuit de hoop actoren te overtuigen om stappen te ondernemen om deze bezorgdheden aan te pakken.

page-square2--black Created with Sketch.