Menu Sluit menu

Keuzes maken

Keuzes maken

We hebben contact opgenomen met Telraam – er zijn een aantal straten waarvan we de verkeersdrukte willen meten met het oog op het mobiliteitsplan. We hebben een 50-tal telraampjes aangekocht en verspreid. Volgende week start de oproep om nog eens 40 bewoners te vinden voor de buitenwijken.

geïnterviewde ambtenaar

Stap 5: Bepaal de rollen van het bestuur

Een gemeente kan zich op verschillende manieren verhouden tot citizen science. We onderscheiden zeven verschillende rollen die in de praktijk vaak mengvormen zijn. Een gemeente kan tegelijk regulator zijn, partner in het ene project, promotor in het andere etc. 


De rolkeuze van het bestuur hangt samen met het belang dat het geeft aan citizen science. De houding van het bestuur kan over legislaturen verschillen. Verder is de rol die het bestuur opneemt afhankelijk van de actualiteit, bijvoorbeeld als er druk van onderuit is omtrent de aanleg van een nieuwe ringweg of een verkeersongeval. Deze gebeurtenissen kunnen ertoe leiden dat je moet overschakelen naar een meer actieve rol. Ongeacht de gekozen rol is het van belang dat het ganse bestuur goed op de hoogte is. Zo weet iedereen waar de ondersteuning of verantwoordelijkheid start of stopt, als je benaderd wordt door een citizenscience-initiatief.


Voor de afweging van de rollen raden we een interactieve werksessie aan met een kleinere kerngroep van medewerkers. Hierbij houd je rekening met de capaciteit en middelen van het bestuur. De zeer actieve rollen vragen ook de nodige mankracht.

Regulator

Deze rol bepaalt de regels voor activiteiten in het kader van citizen science. Denk aan beslissen waar sensoren kunnen komen in het straatbeeld, eventuele regels die men in acht moeten nemen op vlak van verkeersveiligheid etc.

Luisterend oor

Citizenscience-initiatieven ontstaan vaak vanuit een bezorgdheid die leeft in de samenleving. Groepen verzamelen data om hun bezorgdheid objectief kracht bij te zetten vanuit het principe 'meten is weten'. Ook al sluiten het projectdoel, de data, of de onderzoeksmethode niet helemaal aan bij de beleidsagenda van het lokale bestuur, is het belangrijk dat deze initiatieven niet genegeerd worden. Door in dialoog te treden met de burgerwetenschappers slaagt het bestuur er misschien ook in om het onderzoek beter af te stemmen met haar eigen verwachtingen en agenda.

Initiatiefnemer

in deze rol initieert een bestuur zelf een citizenscience-initiatief. Dit kan een nieuw initiatief zijn, maar men kan ook inpikken op een bestaand initiatief en dat breder uitrollen binnen de gemeente.

Coördinator

De stad of gemeente neemt de projectcoördinatie van een citizen-scienceproject voor zijn rekening. Dit betekent vanzelfsprekend niet dat ze alles moet gaan doen, want dan zou het geen citizen science meer zijn. In haar rol als coördinator houdt ze het overzicht, onderhoudt ze het netwerk en de samenwerking, en zorgt ze dat de beoogde resultaten worden bereikt.

Partner

Het bestuur is actief partner in een citizen-scienceproject.

Makelaar

in deze rol brengt het bestuur partijen samen en faciliteert ze citizen-sciencegemeenschappen.

Promotor

Als promotor ondersteunt en moedigt het bestuur citizenscience-initiatieven aan via subsidies, materiële ondersteuning (communicatie, infrastructuur), personele inzet etc. De verschillende vormen van mogelijke ondersteuning worden beschreven in de volgende stap.

Klaslokaal met mensen die aan computerschermen grafieken bestuderen

Foto: Mieke Sterken

Stap 6: Bepaal welke vormen van ondersteuning de gemeente inzet

De gemeente kan citizen-scienceprojecten op verschillende manieren ondersteunen. Deze keuze hangt samen met de visie en de mogelijkheden van het bestuur. Het is belangrijk om hier op voorhand keuzes in te maken en dit intern en extern consequent te communiceren.

Het goed managen van verwachtingen is belangrijk
Als een lokaal bestuur haar steun of medewerking verleent aan een citizen-scienceproject, stellen  burgerwetenschappers dat vaak gelijk aan een 'engagement voor verandering'. Het lokale bestuur moet opletten dat het geen verwachtingen creëert bij de burgerwetenschappers die ze vervolgens niet kan nakomen. Communiceer dus duidelijk over welke engagementen je als lokaal bestuur kan aangaan en welke niet, op vlak van projectondersteuning, maar zeker ook in relatie tot de resultaten en bevindingen van de projecten. 
Wees ook open over de mogelijkheden en de tijd die nodig is om onderzoeksresultaten om te zetten in beleid en in concrete veranderingen in de gemeente.
 

De participatieambtenaar heeft geholpen bij de rekrutering van vrijwilligers. Hij maakte daarvoor gebruik van het online participatieplatform van de stad. Veel burgers zitten hierop, daar is veel reactie op gekomen.

Geïnterviewde ambtenaar

Ondersteunen in de communicatie

Op vlak van communicatie kan de gemeente een echte meerwaarde vormen voor citizen-scienceprojecten. Denk aan aankondigingen voor deelnemers te rekruteren, resultaten bekendmaken of een initiatief in de bloemetjes zetten. In een survey naar aanleiding van dit draaiboek gaven citizenscience-initiatieven aan dat ze de gemeentelijke ondersteuning op vlak van communicatie bijzonder op prijs stellen.


In tegenstelling tot kennisinstellingen die een meer gespecialiseerd bereik hebben, richten de gemeentelijke communicatiekanalen zich tot een breed publiek. Communicatie houdt overigens meer in dan gedrukte media en online communicatie. Het gaat ook over contactmomenten organiseren of gericht communiceren via adviesraden. 

Materiaal aankopen

Besturen kunnen ook financieel tussenkomen in de aankoop van bijvoorbeeld sensoren of bouwpakketten voor sensoren. In het geval van ‘Telraam’ zien we bijvoorbeeld dat dit vaak het geval is. De financiële middelen hiervoor komen doorgaans uit de budgetten van de betrokken gemeentediensten, mobiliteit bijvoorbeeld als het gaat over verkeersveiligheid. Tijdens gesprekken dook ook al eens het idee op van een uitleenpost of bibliotheek voor meetapparatuur, al hebben we daar nog geen concrete voorbeelden van. 

Personele ondersteuning

Niet zelden steken gemeentelijke medewerkers een handje bij in citizen-scienceprojecten. Voorbeelden van personele ondersteuning die we momenteel terugvinden zijn o.a.:

  • management van een citizen-scienceproject;
  • deelnemen aan de bijeenkomsten en meedenken met de initiatiefnemers en deelnemers van de citizen-scienceprojecten;
  • mankracht ter beschikking stellen voor diverse taken binnen de citizen-scienceprojecten: het verzamelen van stalen, het onderhoud van sensoren, communicatie etc.

Community building

Het bestuur kan ook helpen citizen-sciencepartnerschappen op de been brengen. Het bestuur kan de brug slaan tussen kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers, of tussen burgers onderling. Het bestuur kan hiervoor terugvallen op het brede netwerk van organisaties waarmee ze in contact staat. We geven hieronder een aantal voorbeelden van deze makelaarsrol:

  • De stad Brugge heeft een Facebookgroep rond het thema klimaat (“Zorgen voor morgen”). Door regelmatig relevant nieuws en oproepen te posten bouwt men aan een community die betrokken is bij het thema. Voor citizen-scienceprojecten rond klimaat kunnen binnen deze groep vrijwilligers worden gerekruteerd.
  • De stad Genk heeft in het kader van Stiemerlab lokale verenigingen (bv. sportclubs) aangesproken om deel te nemen. Dat heeft geleid tot heel wat nieuwe gezichten die uit zichzelf misschien niet snel zouden deelnemen. 
  • In de stad Gent heeft de wijkregisseur van de wijk Meulestede – De Muide bewoners gemotiveerd en samengebracht voor het tellen van verkeer op de Muidebrug.
     

Financiële ondersteuning

Een bestuur kan rechtstreeks of onrechtstreeks helpen bij de zoektocht naar financiële middelen voor citizen-scienceprojecten:

  • citizenscience-initiatieven helpen om financiële middelen te vinden: subsidiemogelijkheden aanbrengen, eventueel ondersteunen bij subsidieaanvragen;
  • zelf een subsidie in het leven roepen voor citizenscience-initiatieven of bestaande subsidiestromen openstellen voor citizen-scienceprojecten. Voorbeelden daarvan zijn de subsidies voor buurtprojecten in Gent (Wijkbudget) of de thematische subsidieoproep voor klimaatprojecten in Mechelen. In beide gevallen staan deze oproepen ook open voor citizen science. 

Lokale financiering kan zeker voor kleine en lokale initiatieven een belangrijk verschil maken. Grote citizen-scienceprojecten, vaak vanuit academische hoek opgestart, mikken sneller op bovenlokale financiering en grotere subsidiestromen.

Wat zo goed als alle projecten - groot of klein - aangeven, is dat financiering niet op lange termijn is bedacht. Meestal zijn financieringskanalen eenmalig toegankelijk, terwijl initiatieven vaak de ambitie hebben om gedurende lange tijd data te verzamelen.
 

Beheer, analyse en ontsluiting van data

Afhankelijk van de capaciteit en kennis binnen het bestuur kan de gemeente ook citizen-scienceprojecten ondersteunen die geen kennis of partners hebben voor dataverzameling en -analyse. In sommige gevallen doen besturen daarvoor beroep op een externe dienstverlener.    

Jongen en man bestuderen samen een insect

Foto: Mieke Sterken

Moet je als lokaal bestuur elk citizenscience-initiatief ondersteunen? 
Je moet als bestuur niet elk citizenscience-initiatief ondersteunen. Met een open attitude en respect voor burgerinitiatieven zet je al een belangrijke stap. Je kunt als bestuur ook doorverwijzen naar andere partners.
Initiatieven die je als bestuur ondersteunt, moeten in de eerste plaats passen in de eigen ambities en het lopende meerjarenplan. Maak je noden bekend als lokaal bestuur; dit kan leiden tot het samen ontwikkelen van een nieuw project. 

 

Stap 7: Bepaal randvoorwaarden en standaarden

 Als het bestuur participeert in een citizen-scienceproject of hierbij ondersteuning biedt, kan ze ook voorwaarden stellen. Zeker als er een sterk engagement is van het bestuur, is dat legitiem. Tegelijk moet een bestuur zich altijd ervan bewust zijn dat het om vrijwilligersinitiatieven gaat die men niet mag afschrikken met te hoge vereisten.
Randvoorwaarden vanuit het bestuur kunnen o.a. betrekking hebben op:

  • de kwaliteit van data en metingen. Zowel objectieve (tellingen) als  subjectieve (meningen) data moeten op een onderbouwde manier verzameld worden. Men kan burgerwetenschappers hierrond een opleiding aanbieden;
  • het ter beschikking stellen van data aan het bestuur en het publiek openstellen van de data (open source);
  • de openheid van het citizenscience-initiatief voor alle burgers.

Naar de volgende pagina: Strategie bepalen

page-square2--black Created with Sketch.